Broekpolder

Een halve eeuw gesteggel: woningbouw of natuur

Aan de noordwestkant van Vlaardingen ligt een uitgestrekte en eeuwenoude polder, de Broekpolder. Het gebied beslaat ongeveer een vierde van de oppervlakte van de stad. Archeologische resten geven aan dat hier al in de zevende eeuw voor Christus mensen woonden. De naam ‘Broekpolder’ stamt waarschijnlijk uit de middeleeuwen en geeft aan wat voor gebied het toen was. Het Oudnederlandse woord ‘broek’ betekent namelijk ‘vochtig laagland, moeras’.
Vanaf de zestiende eeuw brengt men de polder langzamerhand in cultuur. Zo ontstaat een typisch Hollands landschap met dijkjes, vee, boerderijen en molens. Dat beeld blijft lange tijd onveranderd, maar als na de Tweede Wereldoorlog Vlaardingen grote ambities krijgt en inzet op groei, krijgt dat grote gevolgen voor de Broekpolder en zijn bewoners.

Uitbreidingsplannen
In de uitbreidingplannen van 1950 richt Vlaardingen zich met name op het gebied ten zuiden van de huidige A20. De gebieden ten noorden ervan houdt de gemeente voorlopig als potentiële bouwplaats in reserve. In de plannen spreekt men over de Noordoostwijk (Holy) en de Noordwestwijk (de Broekpolder). Toen al lieten bestuurders hun oog vallen op de Broekpolder.
Omdat de stadsuitbreiding sneller verloopt dan verwacht en nieuwe prognoses uitgaan van circa 100.000 inwoners in 1990, herziet de gemeenteraad begin 1953 het uitbreidingsplan. De Broekpolder wordt nu bestemd voor woningbouw.

Rotterdams havenslib
Maar het loopt anders. Rotterdam heeft grote problemen om een locatie te vinden voor de miljoenen kubieke meters baggerspecie die jaarlijks bij het uitdiepen en uitbreiden van de havens in Rotterdam en het Botlekgebied vrijkomen. Begin 1952 neemt de betrokken minister het advies van de Provincie, het betrokken ministerie en de gemeente Rotterdam over dat de Broekpolder de enige betaalbare locatie is. De Provincie gaat hierbij blijkbaar voorbij aan het uitbreidingsplan van Vlaardingen.
Een jarenlange periode van touwtrekken volgt. Hierbij verdient het Rijk, de Provincie, Rotterdam noch Vlaardingen de schoonheidsprijs voor tijdig, eerlijk en transparant communiceren en handelen.
In 1957 stemt de gemeenteraad uiteindelijk schoorvoetend in met het opspuiten van de Broekpolder. Een belangrijke voorwaarde is, dat Rotterdam het gebied daarna zal opleveren als bouwplaats voor volkshuisvesting. De verwachting is dan dat de Broekpolder binnen enkele decennia tienduizenden inwoners zal tellen.
Begin november 1958 stroomt het eerste slib door de persleiding die vanaf de rivier naar de polder is aangelegd. Langzaam verdwijnt de polder onder een dikke laag havenslib.
Terwijl het opspuiten doorgaat, gaat ook – als gevolg van de verschillende belangen – het touwtrekken tussen de betrokken overheden door. Uiteindelijk stopt het opspuiten pas in 1975 in plaats van in 1969, zoals oorspronkelijk is afgesproken.

De twijfel slaat toe
Rond 1970 begint men zich af te vragen of die bestemming voor woningbouw wel zo verstandig is. Hierbij spelen stank- en geluidsoverlast door de industrie een belangrijke rol. Dit leidt begin 1972 tot een nieuw onderzoek of de Broekpolder moet worden ingericht voor woningbouw of als recreatiegebied.
Het Openbaar Lichaam Rijnmond concludeert na studie dat de Broekpolder zonder bezwaar bebouwd kan worden, omdat de recreatieve bestemming van de Lickebaertpolder en Midden-Delfland voldoende andere mogelijkheden biedt voor sport en recreatie.
Maar in de gemeenteraad is twijfel over de omvang van de bevolkingsgroei en het streven naar een groot Vlaardingen.
De raad besluit daarom dat op zijn vroegst na 1986 in het gebied gebouwd mag worden. En omdat het Rijnmondbestuur daar mee instemt, schuift men in feite de discussie over de bestemming een aantal jaren vooruit.

Flora en fauna floreren op het havenslib
Door het opspuiten van het havenslib verandert de Broekpolder in een troosteloze, kale vlakte. De natuur krijgt er vrij spel. Al snel vinden planten, vogels en andere dieren hun weg ernaartoe en zo ontstaat er vanzelf een nieuw, verrassend natuurgebied.
Rotterdam en Vlaardingen willen, zolang de polder niet bebouwd kan worden, zelfs een deel van het gebied beplanten.
In 1969 stelt Gemeentewerken Rotterdam een proefbeplanting voor.
Achteraf gezien is de motivatie opvallend: ‘om aan te tonen dat de baggerspecie goede kwaliteit bezit’. Waarom moet dat worden aangetoond, waren er dan twijfels over de kwaliteit…?
Het beplanten van de polder en de aanleg van een ‘proefbos’ gaan door. In het achterhoofd heeft men de zekerheid dat, áls er woningbouw komt, de geplante bomen altijd nog verkocht kunnen worden als industriehout.
Ondertussen nemen de geluiden toe om de hele Broekpolder blijvend een groene en recreatieve bestemming te geven.

Havenslib blijkt ernstig vervuild
In het voorjaar van 1976 krijgt het Vlaardingse gemeentebestuur te horen dat er zware metalen in het havenslib zijn ontdekt. En als dan ook nog eens bekend wordt, dat het slib daarnaast nog andere giftige stoffen als cadmium en pesticiden bevat, gaat de gemeente zich actief met het onderwerp bezig houden.
Dit is een van de redenen waarom steeds meer inwoners en lokale politici zich de vraag stellen of woningbouw in de Broekpolder nog wel wenselijk en noodzakelijk is.
In 1976 besluit de gemeenteraad, tegen de zeer nadrukkelijke verlangens van Rijnmond in, voorlopig geen woningen in de Broekpolder te bouwen.
Heel wat instanties bemoeien zich met de vraag hoe het nu verder moet met de Broekpolder; de Provincie, het Openbaar Lichaam Rijnmond, het Hoogheemraadschap van Delfland, de gemeente Rotterdam en natuurlijk als meest direct belanghebbende, de gemeente Vlaardingen.
Elke partij blijft zich sterk maken voor de eigen visie, waarbij Vlaardingen en Rijnmond zelfs tot aan de Raad van State gaan om hun gelijk te halen.

Woningbouw van de baan
In de zomer van 1985 toont een rapport van de Heidemij over de grondkwaliteit van de Broekpolder aan, dat de polder te verontreinigd is om woningen op te bouwen. In dat geval zouden zeer kostbare maatregelen noodzakelijk zijn.
Door de uitkomst van dit rapport is in feite het pleit beslecht. Er komt geen woningbouw, maar pas eind 1995 valt het besluit de polder groen te houden en te kiezen voor een bos- en recreatiegebied.

Geliefde recreatieve bestemming
Nu kan er daadwerkelijk invulling gegeven worden aan het toekomstige recreatiegebied. De Provincie had zich al eerder verplicht een terrein beschikbaar te stellen voor de aanleg van een 18-holes golfbaan. Dat resulteert na langdurig onderhandelen in een golfterrein aan de noordzijde van de polder.
Het centraal gelegen deel van de polder ontwikkelt zich tot een bos- en waterrijk terrein, dat de naam ‘De Ruigte’ krijgt. Hier graast in een gevarieerde begroeiing, afgewisseld met open plekken, waterpartijen en wandelpaden, een kudde Schotse Hooglanders. Buiten dit omheinde gebied kun je een schaapskudde tegenkomen. De schapen zorgen er onder meer voor dat de beruchte berenklauwbegroeiing binnen de perken blijft. 
Door dit hele gebied ligt een twaalf kilometer lang mountainbikeparcours. Naast De Ruigte krijgt het Educatief Archeologisch Erf Masamuda langzaam maar zeker vorm.
Met het nabouwen van gebouwen uit de prehistorie en de middeleeuwen, verbeeldt men het verleden. Ook brengt men de bij de diverse perioden passende landschappen weer terug. Men kan er tijdens de openstelling een kijkje nemen.
In het gebied ten noorden van de toenmalige vuilstort is er voor het Klauterwoud, een plek voor avontuurlijk buitenspelen, veel animo bij de jeugd.
De sport- en recreatieverenigingen concentreren zich aan de zuidzijde van de polder. Het aanbod is heel divers, van voetbal- en hockeyvelden, een atletiekbaan en volkstuinen, tot centra voor jeu de boules, tennis, paardensport, fitness en scouting.
Aan de oostzijde bij de Vlaardingse Vaart vindt men jachthavens en horeca.
Sinds 2006 zet de Federatie Broekpolder zich in voor verbetering van de kwaliteit van de voormalige polder.

Tegenwoordig is de Broekpolder een niet meer weg te denken en druk bezochte recreatieve bestemming voor de inwoners van Vlaardingen en uit de wijde omgeving.