Kunsthandel Oldenzeel

Moderne kunst in Rotterdam

In de 19e eeuw was vernieuwende kunst niet erg populair in Rotterdam, maar tegen 1900 werd de stad een centrum voor moderne kunst. Dat was vooral te danken aan kunsthandelaar Johan Vlaanderen Oldenzeel (1833-1896). In zijn kunstzaal organiseerde hij spraakmakende exposities met werk van eigentijdse schilders als Jan Toorop (1891) en Vincent van Gogh (1892). Kunstkenners moesten daar toen nog niets van hebben.

Met dank aan Oom Hein
Johan Oldenzeel werd in 1833 in Tilburg geboren en verhuisde als jongeman naar de Rotterdam. Daar woonde een van zijn ooms, Hendrik (Hein) Vincent van Gogh. Deze oom Hein was óók een oom van de schilder Vincent van Gogh. Hein had een boekhandel en kunsthandel aan Het Steiger. Voor neef Johan regelde hij een leerplaats bij zijn Haagse broer Vincent (ook een oom van de latere schilder). Deze ’oom Cent’ had goede contacten met de beroemde Parijse kunsthandelaar Adolphe Goupil. Toen Oldenzeel zich het boekenvak eigen had gemaakt werd hij in 1855 compagnon in de Rotterdamse zaak van ‘oom Hein’. In 1858 verkocht oom Hein zijn aandeel aan neef Johan. In 1875 breidde Johan de boekwinkel uit met een kunsthandel.

Met dank aan Oom Hein
Johan Oldenzeel werd in 1833 in Tilburg geboren en verhuisde als jongeman naar de Rotterdam. Daar woonde een van zijn ooms, Hendrik (Hein) Vincent van Gogh. Deze oom Hein was óók een oom van de schilder Vincent van Gogh. Hij had een boekhandel en kunsthandel aan Het Steiger. Voor neef Johan regelde hij een leerplaats bij zijn Haagse broer Vincent (eveneens een oom van de latere schilder). Deze ’oom Cent’ had goede contacten met de beroemde Parijse kunsthandelaar Adolphe Goupil. Toen Oldenzeel zich het boekenvak eigen had gemaakt werd hij in 1855 compagnon in de Rotterdamse zaak van ‘oom Hein’. In 1858 verkocht oom Hein zijn aandeel aan neef Johan. In 1875 breidde Oldenzeel de boekwinkel uit met een kunsthandel.

Kunst voor iedereen
Oldenzeel had een fijne neus voor nieuwe ontwikkelingen en stond open voor jong talent. Met zijn deskundigheid en enthousiasme wist hij kopers te interesseren voor moderne kunst. Daarbij gaf hij ook beginnende kunstschilders een kans, zoals Vincent van Gogh, Jan Toorop en George Breitner.

In zijn kunstzaal op de Zuidblaak presenteerde Oldenzeel schilderijen op ezels . Bezoekers moesten wel entree betalen. Voor een echtpaar kostte een jaarlidmaatschap 3 gulden. Oldenzeel organiseerde ook verkooptentoonstellingen waar hij werk verkocht van bekende Nederlandse kunstenaars, zoals Alma Tadema en de Rotterdamse schilders Charles Rochussen en Piet Schipperus. Daar mocht iedereen gratis komen kijken. Zo zorgde Oldenzeel ervoor dat ook mensen die geen geld hadden om kunstwerken te kopen, toch van de schilderijen konden genieten.

Tegenslag in het leven.
Johan Oldenzeel groeide op in een eenoudergezin, nadat zijn vader nog geen maand na zijn geboorte overleden was. In Rotterdam trouwde Oldenzeel met Margaretha Schot (1837-1912). Het echtpaar kreeg 3 kinderen, 2 van hen overleden voor ze volwassen waren. Alleen hun dochter Johanna overleefde haar ouders. Op latere leeftijd kreeg Oldenzeel veel last van reuma.

Van Gogh
Oldenzeel organiseerde 2 keer, in 1892 en 1896, een solotentoonstelling met 20 schilderijen en een aantal tekeningen van zijn achterneef Vincent van Gogh. Beide keren viel het werk van Van Gogh niet erg in de smaak bij de Rotterdammers. De exposities kostten Oldenzeel heel wat kopers en kunstverzamelaars bespotten hem. Iemand die Vincents aquarel ‘Nachtcafé’ kocht, bleek dat te gebruiken als voorbeeld van hoe je níet moet schilderen. Maar kunstcritici schreven voor de kranten wél lovende commentaren.

Rotterdamse kunstkenners hadden Oldenzeel dan wel belachelijk gemaakt, maar de tijd gaf hem gelijk. Van Gogh en Toorop werden dé toppers in de Nederlandse schilderkunst; Van Gogh kreeg zelfs een eigen museum. Johan Oldenzeel overleed in 1896. Zijn weduwe zette het bedrijf nog bijna 10 jaar voort, tot Kunsthandel Oldenzeel in 1915 definitief haar deuren sloot.