Verzet op het platteland

1940–1945

Vanaf mei 1940 werd Nederland bestuurd door Nazi-Duitsland en volgde een periode van onderdrukking, angst, terreur, uitsluiting en vervolging. De eerste oorlogsjaren bestond het verzet tegen de Duitse bezetter uit het onderbrengen van onderduikers en het vervalsen van bonkaarten. Na 1943 kwam het gewapende verzet opgang. De acties van het verzet waren geheim en na de oorlog was daarom niet alles bekend. Dagboeken en verslagen tonen aan hoe de ondergrondse te werk ging en zich had georganiseerd. In veel dorpen in de kop van Noord-Holland en op het platteland vond verzet plaats.

Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger Nederland binnen. In het plan was ook opgenomen om de Afsluitdijk over te steken om zo de Rand- stad van verschillende kanten aan te vallen. Maar aan beide kanten van de Afsluitdijk waren kazematten gebouwd: militair verdedigings- werken. Het lukte het Duitse leger niet om de kazematten aan de kant van Friesland, Kornwerderzand, in te nemen. Ongeveer 255 Nederlandse militairen verdedigden de Afsluitdijk. Doordat het Duitse leger de Afsluitdijk niet kon oversteken, is er bij de Stelling bij Den Oever nooit gevochten. Na het bombardement op Rotterdam besloot het Nederlandse leger zich op 15 mei, vijf dagen na de inval, over te geven.

Voor de Nederlanders die niet door de Duitse bezetter werden vervolgd, ging het leven na de capitulatie gewoon door. Langzaam werden er veranderingen zichtbaar in het dagelijks leven. Arthur Seyss–Inquart werd de leider in Nederland en het bestuur van lokale gemeenten kwam onder gezag van de Duitse bezetter. Zij werden geholpen door leden van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB).

Tijdens de Tweede Wereldoorlog moesten verschillende mensen voor langere tijd onderduiken om niet door de Duitsers te worden opgepakt. Dat waren Joden, verzetslieden en jonge mannen om onder de Arbeitseinsatz uit te komen. Het was gunstiger om op het platteland onder te duiken dan in de stad omdat daar gemakkelijker aan voedsel kon worden gekomen. De onderduikers konden in sommige gevallen meewerken op het land.

In november 1942 werd de Landelijke Organisatie (LO) voor Hulp aan Onderduikers opgericht. Dit was een netwerk van mensen die zochten naar geschikte adressen voor de onderduikers. Zoals een boerderij met geheime kasten of een diepe kelder. Een van deze helpers was Cees Colijn uit Breezand. Hij zocht naar adressen waar ruimte was om onderduikers te herbergen. Veel mensen waren bang dat de Duitsers erachter zouden komen en weigerden. Er werden zware straffen opgelegd aan het helpen van onderduikers. Colijn is vanwege zijn verzetswerk gearresteerd door de Duitse bezetters en is in 1944 overleden. Hij wordt met twee andere verzetshelden herdacht via de plaquette aan het gemeentehuis in Anna Paulowna.

Distributiebonnen waren belangrijk om aan voldoende voedsel te komen voor onderduikers. Het verzet vervalste deze bonnen. In het voorjaar van 1943 kregen ze hulp van een medewerkster van het distributiekantoor in Wierin- gerwerf. Annie Geusebroek nam op verzoek van het verzet een grote voorraad distributiestamkaarten mee uit de kluis. Dit was heel belangrijk omdat door het laten verdwijnen van de stamkaarten de grootschalige fraude met de bonkaarten niet zou worden ontdekt. Annie Geusebroek moest tot het einde van de oorlog onder- duiken in Friesland. Er werden huiszoekingen gedaan en mensen werden opgepakt maar er volgde geen represailles door de Duitsers.

Het verzet vervalste ook persoonsbewijzen. Zo vervalste Luitje Bakker als gemeenteambtenaar bij Nieuwe Niedorp ongeveer 400 persoonsbewijzen. Hij hielp ook bij het vinden van onderduikadressen voor de LO, zoals bijvoorbeeld in het klooster van Nieuwe Niedorp en zorgde voor het verspreiden van het illegale blad Het Parool in zijn woonplaats. In november 1944 werd Bakker opgepakt en als represaille voor de moord op een Duitse officier gefusilleerd.

In september 1944 werd de Binnenlandse Strijdkrachten gevormd door verzetsgroepen in Nederland om beter samen te werken. Een goed georganiseerd verzet was nodig voor de wapendroppingen door de geallieerden. Vanaf september 1944 diende de Wieringermeer als wapendistributiecentrum: van het verzamelen van de wapens en ander materieel tijdens een dropping tot het opslaan en daarna weer verplaatsen naar andere locaties. De groep Laadmeester in de Wieringermeer stond onder leiding van Adrie (A.C.) de Graaf en bestond uit zeker elf deelnemers. Het was zeer gevaarlijk werk. Met paard en wagen of met een schuit (tuindervlet) werden ladingen met geweren, handgranaten, munitie maar ook radiozenders verplaatst. Als dekmantel werden de landbouwproducten gebruikt zoals aardappelen of bieten zodat het niet opviel.

In het voorjaar van 1945 rukten de geallieerden troepen op. Het Duitse leger zou zich moeten gaan terugtrekken. Ze hadden nog wel springladingen onder bruggen geplaatst zodat zij deze konden laten ontploffen om de geallieerde opmars te remmen. Marten Snoodijk had zich tijdens de oorlog aangesloten bij het verzet. Hij ging ’s nachts in een bootje naar de brug van Van Ewij- cksluis om de springladingen te vervangen voor houten blokjes. Ondanks dat de brug zwaar bewaakt werd, lukte het Marten om de springstof te verwisselen. Hij werd verraden en moest onderduiken in de Wieringermeer.

Op 17 april 1945 blies de Wehrmacht om 12:15 uur de dijk van de Wieringermeerpolder op. Het water stroomde de polder in. Uiteindelijk stond na 48 uur tot ruim vier meter boven het maaiveld onder water. De bevolking van de Wieringermeer was enkele uren voor de explosie gewaarschuwd en vluchtte naar de gebieden rond de polder. Boerderijen, woningen en oogst werden verwoest (zie ook venster 25: Een zinloze daad van verwoesting).

Kijk verder

  • In onze gemeente waren er veel meer verzetslieden die zich hebben ingezet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze worden herdacht met de verschillende oorlogsmonumenten in de vier voormalige gemeenten. Sommige van deze oorlogsmonumenten herdenken ook burgerslachtoffers en dienstplichtige militairen. 

    Oorlogsmonumenten:
    Stationsweg 18, Anna Paulowna
    Burgemeester Mijnlieffstraat 1, Anna Paulowna
    Iepenlaan 1, Wieringerwaard
    Nieuwesluizerweg 42, Slootdorp
    Langeweg 3 (Catrinus Doumaplein), Slootdorp
    Dorpsstraat 179, Nieuwe Niedorp
    Kanaalweg 5, Nieuwe Niedorp
    Wagenpad 24, Wieringerwerf
    Terppad 1, Wieringerwerf
    Noorderdijkweg nabij 24, Wieringerwerf
    Noordburenweg 15, Hippolytushoef
    Westerlanderlaan 1, Westerland

  • Achter ieder oorlogsmonument gaan herinneringen schuil en vertelt zijn eigen niet te vergeten verhaal. Over bezetting, vervolging, verzet, verraad en onderduik. Maar ook over bevrijding, leven in vrijheid met tolerantie en respect voor elkaar. Het zijn verhalen die gaan over angst, boosheid, verlies, verdriet, hoop en moed. Zo geeft ieder oorlogsmonument een ‘stem’ aan het verleden. Over zes oorlogsmonumenten zijn mini-documentaires gemaakt door Peter Sasburg. In deze video's zijn nabestaanden, ooggetuigen en andere betrokkenen aan het woord. De video's kunt u bekijken via de gemeentelijke website

  • Geschiedenislokaal Regionaal Archief Alkmaar