Stadsrechten voor West-Friese dorpen

15e eeuw

In Hollands Kroon komen we meerdere West-Friese dorpen tegen die in het verleden stadsrechten hebben gekregen. Niet alleen Wieringen kreeg in de middeleeuwen stadsrechten. Barsingerhorn, Kolhorn, Haringhuizen, Winkel en Niedorp ontvingen die op 12 mei 1415. Op die dag verschenen de eerste handvesten van de Heer van Schagen.

In een poging het bestuur en de rechtspraak in West-Friesland op een lijn te krijgen en beiden beter te organiseren, verleende de graaf van Holland, Willem VI, in het begin van de vijftiende eeuw aan een groot aantal dorpen in het gebied rond Schagen stadsrechten. Behalve bestuurlijk was er ook een financieel motief. Uit de grafelijke rekeningen blijkt dat de nieuwe West-Friese steden voor hun poortrecht fors moesten betalen.

Als een plaats stadsrechten kreeg, dan waren deze rechten meestal ontleend aan een reeds bestaande stad. Deze oudere stad werd dan beschouwd al de moederstad. De dochtersteden konden vervolgens weer als moeder- steden fungeren.

De stadsrechten van Schagen waren ontleend aan die van Schellinkhout welke rechten via Medemblik en Alkmaar ontleend waren aan die van Haarlem. In 1426 werden de stadsrechten van Schagen door Filips van Bourgondië ontnomen. Vervolgens kwam er op 29 juni 1427, de dag van Sint Petrus en Sint Paulus, een belang- rijke verandering in de situatie. Schagen werd samen met Barsingerhorn, Haringhuizen, Kolhorn en later ook Burghorn (buurtschap ten westen van Schagen) een zogenaamde Heerlijkheid (Filips de Goede gaf in dat jaar Schagen in leen aan zijn oom Willem de Bastaard) en Schagen had zijn stadsrechten weer terug. Waarmee ook duidelijk wordt dat er een connectie is tussen Schagen en Hollands Kroon. Voor de inwoners van deze Heerlijkheid was de invloed van de heer zeker merkbaar: via zijn rentmeester moest hij zijn goedkeuring hechten aan alle keuren en maatregelen die het stadsbestuur maar ook het polderbestuur wilde uitvaardigen. Bovendien waren de bewoners van de Heerlijkheid hun heer op allerlei manieren schat- en dienstplichtig.

Boonloting
Voor de verkiezingen van het stadsbestuur waren alleen de ‘rijkdommen’ kiesgerechtigd. De rijkste poorters van Barsingerhorn en Haringhuizen werden afgevaardigd naar de zogenaamde boonloting. Aangezien er slechts een persoon werd gekozen tot kiesman, deed de schout, als vertegenwoordiger van de Heer van Schagen, evenveel bonen in de ballotagezak als er afgevaardigden waren. Een van de bonen was een zwarte boon, wie die trok was kiesman voor de stad. De kiesmannen (twee man) stelden een voordracht op. Hieruit koos de schout de schepenen voor dat jaar. Tenslotte diende de heer de verkiezingen te bevestigen.

Tienden
Het tiendrecht was een van de grondrechten van de Heer van Schagen, de feitelijke landeigenaar. Een tiende van de opbrengst van land en visserij moest als een soort belasting afgedragen worden. Het tiendrecht werd namens de heer door de rentmeester aan particulieren verpacht. De adel, dus ook de Heer van Schagen, behoorde volgens oud gebruik van de opbrengst van de bezittingen te kunnen leven. Tijdens de Franse tijd zijn de heerlijke rechten en dus ook het tiendrecht afgeschaft.

Kijk verder

  • In 1622 is in Barsingerhorn een rechthuis gebouwd. Door de verkregen stadsrechten mochten ze zelf de rechtspraak uitvoeren: 
    Raadhuis
    Heerenweg 150,
    1768 BJ Barsingerhorn

  • Meer informatie over het verlenen van stadsrechten in 1415 via het Geschiedenislokaal Regionaal Archief Alkmaar.