De eerste spoorlijn

Alles gaat sneller

Zou dat wel goed gaan, met zoveel lawaai en zo’n hoge snelheid? In de negentiende eeuw roept de komst van de trein veel verzet op. Maar in 1839 is de eerste spoorlijn in Nederland een feit. De trein maakt het leven sneller en vergroot de mobiliteit. Hij verbindt alle delen van het land en helpt de industrie vooruit.

De eerste treinreis
Op 20 september 1839 wordt de eerste spoorlijn van Nederland feestelijk geopend. De stoomlocomotieven ‘Snelheid’ en ‘Arend’ trekken de eerste trein met 38 kilometer per uur van Amsterdam naar Haarlem. Veel mensen vragen zich af of het wel nodig en veilig is. Begin dat jaar is bij Gent nog de stoomketel van een vertrekkende trein uit elkaar gespat. Tot 1839 is het snelste vervoermiddel de paardenkoets. Die haalt zo’n 14 kilometer per uur. Veel prettiger reis je in de trekschuit, maar die gaat twee keer zo langzaam.

Ondanks alle aanvankelijke twijfels luidt de eerste trein een tijdperk in van enorme veranderingen. Het traject Amsterdam-Haarlem wordt al snel uitgebreid tot wat de ‘Oude Lijn’ wordt genoemd, van Amsterdam naar Rotterdam. Meer lijnen volgen; de exploitatie is in handen van verschillende spoorwegmaatschappijen.

Industrialisatie
Door de Spoorwegwet van 1860 betaalt de overheid voor een flinke uitbreiding van het spoorwegennet. De trein komt overal in Nederland, en dat stimuleert de economie. Grondstoffen en producten moeten vervoerd worden, en dat gaat gemakkelijker en sneller met de trein. In de nieuwe industriesteden schieten fabrieken als paddenstoelen uit de grond. Mensen trekken massaal van het platteland naar de steden om daar te gaan werken. Deze urbanisatie heeft grote gevolgen: steden raken overvol, de woonvoorzieningen zijn slecht en vanwege de enorme vraag naar werk hebben de fabriekseigenaren de mogelijkheid om hun werknemers uit te buiten.

Dagje uit met de trein
Rond 1900 is de trein het belangrijkste vervoermiddel in Nederland. De verbeterde verbindingen en het reisgemak dragen bij tot de eenheid van het land: mensen uit verschillende streken komen sneller met elkaar in contact en de kortere reistijd maakt het land veel kleiner. Voor de komst van het spoor was reizen bijzonder tijdrovend, voor de meeste mensen te duur, en soms zelfs gevaarlijk. De trein verandert dus niet alleen de infrastructuur van Nederland, maar ook de belevingswereld van de Nederlander.

Ook het toerisme groeit door de trein. Badplaatsen als Scheveningen en Zandvoort groeien uit tot geliefde plekken voor een dagje naar het strand. Nieuwe sneltreinverbindingen brengen Europese steden als Berlijn en Parijs dichterbij. Andersom weet een stijgend aantal buitenlandse toeristen Nederland te vinden. Plaatsen aan het huidige IJsselmeer en de hoofdstad Amsterdam worden dankzij hun goede bereikbaarheid toeristische trekpleisters. 

Het spoorwegennet is ook van invloed op de instelling van een uniforme tijd. Eeuwenlang bepalen steden zelf hoe laat het is. De klokken op de kerktorens in Den Haag staan vroeger dan in Zwolle. Voor een landelijke dienstregeling erg onhandig, en daarom wordt in 1909 de standaardtijd ingevoerd: overal in Nederland wijzen klokken dezelfde tijd aan.

Milieu

Begin twintigste eeuw krijgt de trein een geduchte concurrent voor het personen- en goederenvervoer: de auto. Vanaf de jaren dertig worden veel lijnen opgeheven, vooral lokale lijnen. Maar de trein is niet verdwenen. Ondanks de opkomst van de auto zijn mensen om uiteenlopende redenen met de trein blijven reizen. Tegenwoordig kiest men steeds vaker voor de trein omdat deze minder milieubelastend is dan de auto of het vliegtuig. Binnen Europa worden oude spoorverbindingen weer hersteld als duurzaam vervoersalternatief.