Rellen in de Afrikaanderwijk

Nieuwe Rotterdammers in de stad

Zomer 1972. Rotterdam haalde het wereldnieuws met rellen in de Afrikaanderwijk. Buurtbewoners werden woedend toen een Turkse huiseigenaar een Nederlandse vrouw met haar kinderen op straat wilde zetten. Het conflict liep uit op vechtpartijen die dagenlang doorgingen. Vooral Turkse immigranten in de wijk kregen het zwaar te verduren. De geweldsuitbarsting in de Afrikaanderwijk gingen de geschiedenis in als de eerste rassenrel in Europa. Maar er was meer aan de hand…

Tekort aan betaalbare woningen
In de Afrikaanderwijk stonden destijds veel verouderde 19e-eeuwse woningen. Ondanks de groeiende woningnood wilde de gemeente die verwaarloosde panden slopen. Buurtbewoners met wat geld vertrokken naar nieuwbouwwijken of gingen de stad uit. Veel verlaten woningen kwamen in handen van huisjesmelkers, huiseigenaren die extreem hoge huren vroegen. Zij bouwden veel panden om tot pensions voor buitenlandse werknemers. Daardoor verminderde het aantal betaalbare huurwoningen voor Rotterdammers nog eens extra. Behalve aan het woningtekort ergerden buurtbewoners zich ook aan de vele alleenstaande, buitenlandse mannen in de wijk. Zij zouden Nederlandse vrouwen lastigvallen.

Boos op de gemeente
In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw had de overheid immigranten uit landen rond de Middellandse Zee laten komen, omdat hier een tekort was aan arbeidskrachten. Deze mannen, destijds gastarbeiders genoemd, zouden maar een paar jaar in Nederland blijven. De eerste tijd lieten de Rotterdamse buurtbewoners de nieuwkomers met rust. Dat veranderde toen zij hun wijk zagen verpauperen. Zij voelden zich niet gehoord en niet gezien door de gemeente. De spanningen liepen op, ook in andere volksbuurten.

Gevechten op straat
Ontevreden bewoners keerden zich steeds vaker tegen buitenlandse nieuwkomers. Zij waren een gemakkelijke zondebok. In de zomer van 1972 kwam de opgekropte woede tot uitbarsting in de Afrikaanderwijk. Een Turkse huisbaas wilde daar een Nederlandse vrouw met drie kinderen uit haar huis zetten vanwege een huurachterstand. Buurtbewoners pikten het niet en vielen Turkse arbeiders op straat aan. Ook stichtten zij brandjes en plunderden zij een paar pensions. De oproerpolitie rukte uit om de orde te herstellen. Maar enkele Nederlandse buurtbewoners vonden het na zes dagen rellen wel genoeg geweest. Zij namen het op voor hun Turkse straatgenoten. De rust in de wijk keerde terug.

Spreiding van migranten én de Rotterdamwet
Om verdere botsingen te voorkomen, besloot de gemeente dat per wijk maar 5 procent van de bewoners migrant mocht zijn. Dat plan bleek onuitvoerbaar. Daarop besloot de gemeenteraad in 1980 om immigranten in 13 buitenwijken te huisvesten. Groepsgewijs, als ze dat wilden. Ook dat plan mislukte. In 1982 schrapte de gemeente haar spreidingsbeleid, dat in 2005 toch weer in een andere vorm opdook: de gemeente ging woningen toewijzen op grond van inkomen. Andere steden namen die regeling als de ‘Rotterdamwet’ over.

Superdiverse stad
Nog steeds kan de komst van migranten en hun integratie in de samenleving de gemoederen in Rotterdam flink verhitten. Tegelijkertijd begint Rotterdam zich steeds meer te presenteren als een 'superdiverse' stad, met inwoners uit 174 landen. In 2009 werd Ahmed Aboutaleb burgemeester, de eerste Nederlandse burgervader die in Marokko geboren is.