Middeleeuwse kerken in de gemeente Rheden

Hoe en wanneer de kerstening zich in onze streek precies heeft voorgedaan is niet helder. Duidelijk is wel dat de bekering tot het christendom speelde in de tijd van de bekende predikers Willibrordus (658-739), Bonifacius (672-754), Lebuinus (+773), Ludgerus (742-809) en Werenfried (ca. 690-760). Deze laatste stierf in 760 in Westervoort.

Toen de predikers volgelingen kregen werd ter plaatse een houten kapel of kerkje gebouwd. Gedurende de 10e en 11e eeuw werden deze eenvoudige houten zaalkerkjes vervangen door stenen gebouwen. De klok hing niet in een toren, maar in een aparte stelling op of nabij de westgevel. De kerken werden steeds gebouwd met een oriëntatie oost-west, de zogenaamde 'heilige linie'. De oostzijde was bestemd voor de priesters en de westzijde voor wereldlijke personen. Voor de bouw van de kerken en kastelen werd in de middeleeuwen gebruik gemaakt van natuursteen, veelal de kwalitatief goede Römertufsteen uit het Eifelgebied. Deze tufsteen werd op houtvlotten over de Rijn en IJssel aangevoerd, naar de opslagplaatsen Utrecht en Deventer. Tot in de verste uithoeken van ons land treft men tufstenen gebouwen uit die tijd aan. Daartoe behoren ook de nog bestaande middeleeuwse kerken in de gemeente Rheden: de Mattheuskerk in Velp, de Sint Mauritiuskerk in Rheden, de Sint Nicolaaskerk in Ellecom en de Sint Petruskerk in Spankeren. De kerk bij de Commanderij van Dieren, die ook parochiekerk was, is in het midden van de 17e eeuw afgebroken.

De Mattheuskerk te Velp, later ook wel de Oude Jan genoemd, is gesticht door de abdij van Deutz, die gelegen was op de rechter oever van de Rijn tegenover Keulen. De stichtingsdatum ligt rond het jaar 1100. De toren dateert van omstreeks 1200. Begin 14e eeuw werd de kerk uitgebreid met een tegen de noordgevel opgetrokken kapel in kloostermoppen, grote bakstenen in het formaat van de vroegere tufstenen. Na de ingebruikneming van een nieuwe kerk in 1841 raakte de Oude Jan in onbruik en verval. Het uit de 14e eeuw daterende gotische koor werd zelfs afgebroken. In 1949/1950 werd de Oude Jan gerestaureerd en opnieuw in gebruik genomen voor de eredienst.

In de ontstaansgeschiedenis van de Sint Mauritiuskerk, later de Dorpskerk in Rheden, wordt het Sint Mauritiusklooster in Maagdenburg genoemd. De eerste in tufsteen gebouwde kerk moet van vóór 1200 dateren. Er zijn geen aanwijzingen van een eerder op deze plaats gebouwde houten kapel. De toren is geheel uit tufsteen opgetrokken en dateert uit de eerste helft van de 12e eeuw. Begin 16e eeuw werd het schip vergroot door de aanbouw van een noord- en zuidbeuk. In de jaren 1901-1904 heeft een ingrijpende restauratie plaatsgevonden die met name de buitenmuren en de raamopeningen betrof.

In Ellecom heeft al heel vroeg een houten kapel gestaan. Uit opgravingen is gebleken dat die houten kapel gebouwd moet zijn in de periode tussen 700 en 900. Hij is omstreeks het jaar 900 door brand verloren gegaan. Op de plaats waar de kapel stond is in het begin van de 12e eeuw een tufstenen kerk, de Sint Nicolaaskerk, gebouwd. De tufstenen toren dateert uit eind 12e eeuw. Het romaanse koor werd in het midden van de 15e eeuw vervangen door een aanzienlijk groter laatgotisch koor. In 1859 is het schip van de kerk in neogotische bouwstijl herbouwd.

Aangenomen mag worden dat de middeleeuwse Sint Petruskerk in Spankeren is gebouwd in de 11e eeuw. De toren is de oudste binnen de gemeente Rheden. De stichter van de kerk is niet bekend. Van deze oorspronkelijk in tufsteen opgetrokken kerk resteert nu nog het ondergedeelte van de toren. Het schip van de kerk is in de jaren 1803/1804 herbouwd. Gelijktijdig werd de toren verhoogd.

Sinds de Franse tijd zijn de torens van de vier middeleeuwse kerken gemeentelijk eigendom. In de torens van Velp, Rheden en Ellecom hangen Hemony klokken uit de 17e eeuw.

Auteur: Ben van Schaik