Onderwijs in Lingewaard

In de Republiek (1588-1795) was katholiek onderwijs niet meer toegestaan. De protestantse kerken stelden koster-schoolmeesters aan, die onderwijs verzorgden in hun eigen woning en later in aparte schoolgebouwen.

Ook Ressen kreeg een koster-schoolmeester, die in De Kosterij woonde. Die school werd in 1870 afgebroken, waarna de kinderen in Bemmel naar school gingen.

In de Kleefse enclaves Huissen en Hulhuizen heerste godsdienstvrijheid. Daar bleef de katholieke geestelijkheid het onderwijs verzorgen. Huissen kreeg wel in 1660 een protestante school.

Na de grondwetswijziging van 1848 ontstonden vanaf 1860 openbare scholen in onze kernen.

In 1864 begonnen de zusters Franciscanessen in een van de bijgebouwen van kasteel 'De Poll' in Bemmel een bewaarschool, een naaischool en een dagschool voor meisjes. In 1866 volgde zo'n school in Huissen.

Van meer dan basaal onderwijs was in onze regio nauwelijks sprake. In Huissen bestond in de 17e en 18e eeuw twee keer kortstondig een Latijnse school; een poging om iets voor katholieke jongens op te zetten, maar die kwamen uit de Republiek maar sporadisch naar Huissen.

Van 1849 tot 1852 had Huissen een school voor Talen en Wetenschappen, maar ook dat werd geen succes.

In 1931 kreeg Huissen een tuinbouwschool en in 1950 ging ook de ambachtsschool, de latere LTS van start.

In 1948 kwam een landbouwschool in Gendt, deze verhuisde in 1958 naar Bemmel en fuseerde in 1973 met de tuinbouwschool in Huissen. Voor HBS en gymnasium ging men naar Arnhem of Nijmegen. Voor de ULO ook, tot 1946, toen deze in Bemmel kwam. Door fusie van de Mavo in Elst, het LBO in Huissen met de SGOB ontstond het Over Betuwe College.