De Romeinse tijd

Leven ten zuiden van de Limes

Buren krijgt pas echt vorm in de 1ste eeuw n.Chr. als de Romeinen het gebied ten zuiden van de Rijn stevig in handen hebben. Op dat moment leeft in het rivieren­gebied de Neder-Germaanse stam van de Bataven.

In 69 n.Chr. is de macht van de Romeinse keizers tanende en breekt onder leiding van Julius Civilis de Bataafse Opstand uit. Nog in hetzelfde jaar wordt de opstand neergeslagen. In Rome komen de Flavische keizers aan de macht (Vespasianus als eerste) en herstellen de rust langs de Rijn. De Rijn vormt vanaf dat moment de natuurlijke grens van het Romeinse Rijk: de Limes.

Achterland

De Bataven betalen een hoge prijs en krijgen permanent militair toezicht. Op strategische plaatsen aan het water komen wachttorens. Om de soldaten te huisvesten worden de van oorsprong houten forten vervangen door stenen (castellae). Bij Maurik heeft waarschijnlijk ooit het fort Mannaricium gestaan maar overtuigend bewijs hiervoor is nooit geleverd. Buren ligt in de Romeinse tijd in het achterland, slechts enkele kilometers ten zuiden van de Limes. Er zijn hoogstwaarschijnlijk geen soldaten gelegerd, maar er wordt wel volop gewoond en geboerd op de vruchtbare gronden.

Bescheiden nederzettingen

De belangrijkste vindplaatsen liggen allemaal rondom de huidige stad, niet geheel toevallig vlakbij de uitvalswegen, zoals aan de Culemborgseweg (De Hofkamp), de Hennisdijk (Achter de Haag) en de Burensedijk richting Kerk-Avezaath. Buren kent, net als zoveel Betuwse dorpen in die tijd, bescheiden nederzettingen die bestaan uit hooguit een paar erven met een boerderij. De boerderijen zijn grote woonstalhuizen waarin mens en vee onder een dak wonen.

Opgraving

Een Romeins erf is in Buren nog nooit opgegraven. Dit in tegenstelling tot Tiel Passewaaij, waar in 2003 archeologen een complete Romeinse nederzetting blootleggen. De opgraving levert een schat aan informatie op en geeft een goed beeld hoe de Bataven wonen, werken, leven en sterven. Zo weten we dat men de doden cremeert op de brandstapel. De as en botten begraaft men in kuilen op een grafveld. Zo moet het ongeveer in Buren ook zijn gegaan.

Auteur: Huib Jan van Oort