De Stijl

Nieuwe kunst

Goede kunst is recht en hoekig, vond de internationaal invloedrijke kunstenaarsgroep De Stijl, met leden als Rietveld en Mondriaan. Een kunstenaar moest de harmonie van het universum weergeven met primaire kleuren, wit, zwart en grijs en met het gebruik van rechte lijnen.

De beroemde 'rood-blauwe stoel' uit 1918 van Gerrit Rietveld is niet alleen rood en blauw: het onderstel is geel en zwart.

De stoel voldoet daarmee nog wel aan de eisen die de kunstenaars van De Stijl aan beeldende kunst stelden. Ze vonden dat alleen de drie primaire kleuren (rood, blauw en geel) en de drie 'niet-kleuren' (zwart, grijs en wit) mochten worden gebruikt. Verder moesten alle lijnen recht zijn en ook de hoeken.

Hun kleurprincipes zie je bijvoorbeeld nog terug in het werk van Dick Bruna ('Nijntje'). Inderdaad werd Dick Bruna beïnvloed door De Stijl, maar hij week meteen weer van de strenge uitgangspunten af door groen te gebruiken en ronde lijnen.

Belangrijker dan de vormgeving van De Stijl is de inhoudelijke opdracht die de kunstenaars zichzelf stelden. Kunst moest niet de werkelijkheid weergeven, maar de harmonie uitbeelden die volgens hen de wet was van het heelal. Voor die harmonie had je abstracte vormen nodig - rechte lijnen en heldere kleuren. De kunstwerken lieten dus niet het willekeurige humeur van de kunstenaar zien, maar hielpen het publiek op weg naar waarheid en zuiverheid.

De Stijlgroep en maandblad 'De Stijl' werden opgericht in 1917. Het valt te begrijpen dat juist tijdens de chaos van de Eerste Wereldoorlog een verlangen ontstond naar harmonie. Het maandblad bleef bestaan tot in 1931, toen de schilder Theo van Doesburg stierf. Daarna viel de groep uiteen. De kunstenaars van De Stijl vormden overigens niet een vaststaande groep: de samenstelling wisselde. De architect Gerrit Rietveld en de schilder Piet Mondriaan, twee van de belangrijkste leden, hebben elkaar zelfs nooit ontmoet.

De Stijl was zeer internationaal georiënteerd en heeft internationaal naam gemaakt. Toch is de stroming hecht in de Nederlandse traditie verankerd. De kunsthistoricus H.L.C. Jaffé heeft ooit gezegd dat het streven van De Stijl naar abstractie, schoonheid en zuiverheid thuishoort in de traditie van de beeldenstorm - en van de sobere, calvinistische kunst die in de zeventiende eeuw werd gemaakt door Nederlandse schilders als Vermeer, Saenredam en De Hooch.

Volgens hem kun je zelfs overeenkomst zien tussen de kunst van De Stijl en het streven van het Nederlandse volk om de natuur de baas te zijn. Het Nederlandse landschap, met zijn precieze en geometrische vormen, zijn rechte lijnen en waterwegen, doet immers wel denken aan een schilderij van Mondriaan. Kortom, geometrie en precisie, abstractie en zuiverheid werden al eeuwen lang in Nederland nagestreefd en dat streven kun je terugvinden in de kunstwerken van De Stijl.