De Wildernis

De wildernis

Waar nu Heemstede en Bennebroek liggen, was het lange tijd woest en leeg. Het gebied werd ook wel ‘de wildernisse van Hollandt’ genoemd, een omvangrijk en langgerekt strandwallenlandschap dat zich uitstrekte van Alkmaar tot Leiden.

Door afzandingen en bebouwing is van de oorspronkelijke wildernisse niet veel meer terug te vinden. Groenendaal, de Overplaats van de Hartekamp en de stukjes bos op het terrein Kennermerduin en van GGZ-inGeest bij Bennebroek zijn restanten van deze wildernisse en laten zien waarom het zo aantrekkelijk is om in Heemstede en Bennebroek te wonen.

De zeespiegel stijgt

Het gebied waar nu Heemstede en Bennebroek liggen, heeft zich ongeveer 10.000 jaar v.C. gevormd, toen de zeespiegel door opwarming van de aarde steeg. Hierdoor ontstond een groot deltagebied bij de monding van de rivier de Rijn, de Maas en de Schelde. Met de rivieren werd veel zand naar de Noordzee gebracht. Door de overwegend westelijke winden werd dit zand in oostelijke richting opgestuwd, waardoor op de overgang van het deltagebied en de zee langgerekte zandbanken ontstonden. Toen de zeespiegel vanaf ongeveer 3000 v.C. minder snel steeg, konden de eerste strandwallen zich door de kracht van de golfwerking vormen.

Reusachtig veengebied

Deze strandwallen bestonden uit lange stroken duinzand die tientallen kilometers van noord naar zuid liepen maar slechts een paar honderd meter breed waren. Op sommige plekken bleven stukken over, zoals bij Katwijk en Castricum, waar de zee in en uit kon stromen. Door de grote aanvoer van zand werd het achtergebied steeds meer afgesloten van de zee, waardoor het water achter de duinwallen steeds zoeter werd. Hierdoor kon een reusachtig veengebied ontstaan dat vanaf de oostelijke standwal bij Heemstede tot aan het Gooi liep. Aan de rand van de strandwallen stroomden duinrellen, beekjes die het overtollige water uit de hooggelegen duinwallen afvoerden naar dit veengebied. Een van die duinrellen was de Kennemerbeek in Bennebroek.

Droge voeten

De randen van strandwallen waren een ideale plek om te wonen door de aanwezigheid van jachtgronden en drink- en viswater – en je had er droge voeten. Een van de eerste nederzetting in Zuid-Kennemerland – nu Haarlem – kwam tot stand op een plek waar de strandwal en de veenrivier het Spaarne bij elkaar kwamen. De bossen van de wildernisse leverden veel hout dat de bewoners gebruikten om hun onderkomens te bouwen en vuur te stoken. Zo ontstonden er tussen de nederzettingen paden langs onder meer de oostzijde van de eerste en langs meest oostelijke strandwal, die grofweg vanaf Alkmaar naar Leiden loopt. Zo is in Heemstede en Bennebroek de (later zo genoemde) Binnenweg ontstaan. Langs deze weg hebben zich in de late middeleeuwen de historische kernen van Bennebroek (De Reek e.o.) en Heemstede (De Glip en Wilhelminaplein e.o.) ontwikkeld.

Vlaardingencultuur

De oudste inwoners van de regio waar nu Heemstede en Bennebroek liggen behoren tot de zogeheten Vlaardingencultuur (ca. 3500-2500 v.C.). Ze voorzagen op verschillende manieren in hun voedselvoorziening: jagen, vissen, verzamelen en kleinschalige, primitieve landbouw en veeteelt. In ongeveer deze zelfde periode bloeide in het noordoosten van Nederland de Trechterbekercultuur, die vooral bekend is geworden door de hunebedden. In Heemstede zijn onder meer op Hageveld en omgeving sporen gevonden van de Vlaardingencultuur, waaronder een bijl en snijwerktuigen (foto rechtsboven op de webpagina).