Jaarmarkten

Een groot dorpsfeest

Tijd van steden en staten

Handjeklap

Veel dorpen en steden kennen een jaarmarkt. In Zuidlaren kennen we de Zuidlaardermarkt. In Eelde de Eeldermarkt. En in Vries is er een markt op de zaterdag na de Zuidlaardenmarkt. Vroeger kwamen op deze markten vooral veel boeren samen. Zij kochten of verkochten daar vee, zoals paarden, koeien, schapen of varkens. Deze boeren hadden dan stapels met geld mee, gewoon in hun broekzak. De boeren handelden doormiddel van handjeklap. Eén boer noemde dan een prijs. Als de andere boer het oneens was met de prijs, gaf hij een klap op de hand van de andere boer. Pas als een boer het eens was met de prijs, gaf hij de andere boer een hand.

Derde dinsdag in oktober

De Zuidlaardermarkt werd al voor het jaar 1200 gehouden. Vanaf 1701 werd de markt georganiseerd op de derde dinsdag in oktober. Volgens een oud Drents gebruik mag vanaf die dag de kachel weer worden aangestoken. Want vanaf die dag waren de meeste werkzaamheden op het land voltooid.

De paardenmarkt

Eerst was de Zuidlaardermarkt vooral een paardenmarkt. Maar al snel werden daar ook koeien, schapen en ander vee verkocht. Later verkochten de mensen ook goederen op de markt, zoals gereedschap, kleding en eten.
De mensen hadden altijd veel zin in de Zuidlaardermarkt. Want daar hoorden zij het laatste nieuws. En ze kwamen er ook vrienden tegen. Ook vonden ze daar de nieuwste modesnufjes. De jaarmarkt groeide uit tot een groot dorpsfeest. De markt en het feest bestaan nog steeds. Maar er worden nu geen koeien of schapen verkocht. Paarden nog wel, elk jaar staan er meer dan 2000 paarden op de markt. Ook worden er veel goederen verkocht op de markt. De feesttent en de kermis zijn nu een belangrijk onderdeel van de jaarmarkt.

Verzamelwoede

Ook de kinderen keken al vroeg uit naar de Zuidlaardermarkt. Wanneer de herfst begon, waren de kinderen van Zuidlaren bezeten van een verzamelwoede. Ze verzamelden zo veel mogelijk eikeltjes. Die konden zij verkopen op de markt. De eikeltjes waren namelijk goed varkensvoer. En de boeren op de Zuidlaardermarkt wilden hier flink voor betalen. Als het 's nachts had gewaaid, stonden de kinderen voor dag en dauw op om de eikeltjes op te rapen.

Koppelzondag

De zondag voor de Zuidlaardenmarkt werd 'koppelzondag' genoemd. Op deze dag maakten de jongens een afspraakje met de meisjes. Dat was natuurlijk erg spannend. Voor de jeugd was dit het grootste feest.

De veestroom

In de nacht voor de Zuidlaardermarkt was het al druk rond Zuidlaren. Op de wegen rond het dorp was er heel veel verkeer. Vooral na 4 uur begon het echt druk te worden. Natuurlijk niet met auto's, maar met boeren met paard en wagen. Zij reden stapvoets richting Zuidlaren. Achter hun liep de knecht, met versierde paarden aan een lijn. Daar tussendoor liepen boeren met enkele koeien achter zich aan. Vooral tussen 6 en 7 uur 's morgens stonden de wegen vol met deze veestroom, net een soort file. Eén uur later, om 8 uur, was het stil. Want de boeren moesten voor 7 uur op de markt zijn. Om 12 uur 's middags begon de veestroom weer. Maar dan voor de terugreis.

Kermis heden en verleden

Voor de dorpskinderen was de jaarmarkt één groot feest. Ze waren vrij van school en het hele dorp stond op zijn kop. In de week voor de jaarmarkt arriveerden de kermiswagens. Nu zijn dat grote vrachtwagens met aanhangers waarin de onderdelen van de kermisattracties zitten. Maar rond 1900 waren er nog geen auto's. In de Zuidlaardervaart kwamen schepen aan met de oliebollenkraam, de schiettent, de fietsmolen, de viskraam en de zweefmolen. Op handkarren werden de onderdelen van de kramen naar de brink gebracht.