De watersnoodramp

Rampnacht 1 februari 1953

In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 breken in Zeeland, West-Brabant en op de Zuid-Hollandse eilanden tijdens een hevige stormvloed veel dijken door. Het ijskoude water slaat vernietigend toe: 200.000 hectare land overstroomt, 1836 mensen komen om, tienduizenden dieren verdrinken en 72.000 mensen raken dakloos. Het is een nationale ramp.

Wat is er gebeurd

Er ontwikkelde zich een noordwesterstorm op 29 januari 1953 ten zuiden van IJsland. Via Schotland koerste de storm verder zuidwaarts. Op de noordelijke Noordzee draaide de wind naar noordnoordwest. Het gevolg: een stormveld van 1.000 km lang dat recht op onze kust afkwam. De storm met windkracht 10 bereikte zaterdagavond 31 januari 1953 de Nederlandse kust. 

Op meer dan 150 plaatsen in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant braken de dijken, omdat ze de hoeveelheid water niet aan konden. De gevolgen waren rampzalig. Zondagmiddag werd de bevolking opgeschrikt door een tweede vloedgolf die nog meer slachtoffers maakte dan de eerste. De watersnoodramp kostte aan 1.836 mensen het leven. Ruim 72.000 mensen werden geëvacueerd. 47.000 stuks vee en 140.000 stuks pluimvee verdronken. Schade aan de infrastructuur en landbouwgrond waren groot. Ruim 150.000 ha grond overstroomde. Het natuurgeweld vernielde 4.300 huizen en gebouwen en 43.000 raakten beschadigd. De totale schade was 1,5 miljard gulden (dat nu gelijk zou staan aan 5,4 miljard euro).

Hoe kon de ramp gebeuren

In Zuid-West Nederland waren veel dijken te laag en te zwak. De waterschappen hadden in de jaren daarvoor weinig onderhoud gepleegd en bovendien was er te weinig geïnvesteerd in de dijken. Het rijk had wel wat geld aan waterveiligheid uitgegeven, maar na 1945 kreeg dit onderwerp minder prioriteit vanwege het herstellen van de oorlogsschade. 

Dijken herstellen

Na de watersnoodramp moest de schade hersteld worden. Het Rijk financierde het herstellen van doorgebroken dijken en verzorgde de coördinatie hiervan. Duizenden arbeiders en meer dan 4.000 militairen sloegen de handen ineen om de dijken te herstellen. Zowel in binnen- als buitenland werden hulpacties op touw gezet voor de getroffen gebieden. Het Rode Kruis speelde hierin een belangrijke rol. Vanuit de hele wereld werd massaal geld, goederen en kleding gedoneerd. Op de Nederlandse radio was wekelijks een geldinzamelingsprogramma te horen onder het motto ‘Beurzen open, dijken dicht’. Op 6 november 1953, driekwart jaar na de natuurramp, werd het laatste gat in de dijk gedicht in Ouwerkerk op het Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland.

Nederland als waterbouwkundig land

De Deltawerken hebben Nederland waterbouwkundig wereldwijd op de kaart gezet. Ze zijn in 2013 door de Internationale Federatie van Ingenieursbureaus (FIDIC) uitgeroepen tot een van de vijf belangrijkste waterbouwprojecten ter wereld van de afgelopen honderd jaar. Nog steeds bezoeken internationale delegaties de Deltawerken. Onze waterbouwsector wordt dan ook veel gevraagd voor zijn kennis en expertise ('Bring in the Dutch'); een belangrijke exportproduct van Nederland. 

 

 

Bronnen:

ttps://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/waterkeringen/deltawerken

https://watersnoodmuseum.nl/kennisbank/de-watersnoodramp/

https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/watersnoodramp-1953