De bevrijding van Rheden

De Achterhoek en De Liemers waren al in de eerste dagen van april bevrijd en de provincie Groningen op 13 april 1945, maar Rheden was nog steeds bezet. Het leek wel alsof de Geallieerden vergeten waren ook nog de gemeente Rheden te bevrijden.

Voortdurend werd er nog geschoten en kwamen bommen en granaten neer, waarbij meerdere malen doden vielen. In totaal zouden in de oorlog 193 inwoners van Rheden door oorlogsgeweld omkomen, waarvan het merendeel (150) in Velp. Pas nadat Arnhem na zware gevechten was bevrijd (14/15 april), kwam Rheden aan de beurt. Dat geschiedde van twee kanten, vanuit het zuidwesten en vanuit het noord-oosten.

In de vroege ochtend van maandag 16 april 1945 trokken de eerste Engelse soldaten Velp binnen vanuit het zuidwesten, over de Hoofdstraat en over de Ringallee. Het dorp was voordien zwaar beschoten door de geallieerde artillerie. En dat terwijl Velp amper werd verdedigd. Door hun schaarse kanonnen steeds te verplaatsen, hadden de Duitse verdedigers kans gezien zich sterker voor te doen dan ze in werkelijkheid waren.

Achter de voorhoede aan kwamen tanks, pantserwagens, jeeps en trucks. De bevolking kwam eerst voorzichtig, maar al ras in groten getale naar buiten om de bevrijders toe te juichen. De eerste rood-wit-blauwe vlaggen gingen in top. Voorjaarsbloemen werden uit tuinen geplukt en naar de soldaten geworpen. "We zijn vrij! Leve de Koningin! Hoera!", klonk het in de straten.

In de garage bij Hotel Naeff werd al snel een post van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten gevestigd. Enkele krijgsgevangen gemaakte leden van de Sicherheitsdienst werden voorlopig opgesloten in villa 'Den Heuvel', de voormalige Duitse gevangenis. Op het balkon van villa Woudoord (het toenmalige politiebureau) werden enkele 'moffenmeiden' kaalgeknipt, totdat er van hogerhand een eind aan werd gemaakt.

Intussen had de voorhoede van de bevrijdingsoperatie Velp allang weer verlaten: diezelfde dag werd ook de rest van de gemeente Rheden bevrijd. De 'Polar Bears', dat was de bijnaam voor de 49th West Riding Infantry Division, zetten koers richting Rheden en Dieren. Het was de bedoeling daar contact te maken met de vanuit Zutphen oprukkende Canadese 1ste Divisie. De soldaten trokken niet alleen over de hoofdwegen, maar ook over paden, door de uiterwaarden en door de bossen. Als een vloedgolf spoelden de Polar Bears, bijgestaan door tanks van het Canadese Ontario Regiment, over de Veluwezoom. Vluchtende Duitsers hadden wel versperringen achtergelaten, maar die hielpen bar weinig. In De Steeg hadden ze de bomen van de Middachter Allee over de weg laten vallen. De geallieerde voorhoede trok daar simpelweg omheen. Een deel ging langs Middachten en de IJssel richting Ellecom, de hoofdmacht reed richting Lappendeken en kwam via de bossen een uur later in Dieren aan. Daar kwamen ook de bevrijders van de andere kant.

De Canadezen van het Loyal Edmonton Regiment, die vanuit het noord-oosten (Zutphen en Brummen) kwamen, hadden ondertussen op de avond van 15 april al Spankeren bereikt, maar konden niet direct verder. De terugtrekkende Duitsers hadden namelijk een dag eerder alle bruggen over het Apeldoorns Kanaal opgeblazen. Van die Duitsers was echter geen spoor meer te bekennen, zodat de bevolking van Dieren en Spankeren de volgende ochtend met hout, dat ze hadden gepakt van de houthandels Hupkes en Groeneboom, een noodbrug over de sluis bouwde. Over die brug trokken de Canadezen Dieren in en maakten om 11.15 uur, bij het politiebureau aan de Hogestraat, contact met de voorhoede van de Polar Bears. De gemeente Rheden was na bijna 5 jaar eindelijk bevrijd. De wederopbouw kon beginnen.

Auteur: Wencel Maresch