De Pest

Nijmegen verliest groot deel inwoners

Vroeger waren de mensen erg bang voor de pest. Velen gingen namelijk dood aan deze besmettelijke ziekte. In 1635-1636 werd Nijmegen zwaar getroffen door de pest. Van de 10,000 inwoners stierven er 6.000. In de Hezelstraat stond een gasthuis voor de verpleging van pestlijders.

De Nijmeegse stadsgeneesheer IJsbrand van Diemerbroeck (1609-1674) was aangewezen om de pestepidemie van 1635-1636 te bestrijden. Hij schreef een beroemd traktaat over de pest. In dit boek staan de gevolgen van de ziekte beschreven.

Kenmerken van de pest waren ernstige benauwdheid, razernij, zwarte plekken op de huid en pestbuilen over het hele lichaam. Het boek vertelt ook welke doodsstrijd de pestlijders doormaakten en hoe ziekentroosters, pestmeesters en lijkendragers vaak zelf ook de ziekte kregen. Naast de beschrijving van de ziekte, gaat hij ook in op de bestrijding ervan. Er bestonden geen geneesmiddelen tegen de pest. Mensen konden zich alleen beschermen door een betere hygiëne en afzondering van de zieken.

Omdat zoveel mensen doodgingen aan de pest, probeerde Nijmegen nieuwe mensen naar de stad te lokken. Zo probeerde de stad haar inwoneraantal weer op peil te brengen. De nieuwelingen konden het burgerrecht en andere voorrechten zelfs goedkoop in bezit krijgen.