Werenfried en Ludger

De kerstening van Gelderland

Al sinds het midden van de zevende eeuw lag de Betuwe binnen de invloedssfeer van de Franken, die tot het christendom waren bekeerd. Toen in 726 de Frankische macht in het rivierengebied definitief gevestigd was, schonk Karel Martel de landgoederen rond Elst aan de Utrechtse bisschop Willibrord (ca. 658-739).

In Marithaime bij Elst moet toen al een kerkje hebben gestaan. Daarover kreeg de Ierse prediker en latere heilige Werenfried  (ca. 690-760) de leiding. Samen met enkele monniken vormde hij een kleine kloostergemeenschap, die tot taak had de zielen van de bevolking te winnen. Een andere belangrijke missionaris was de nabij Utrecht geboren Ludger (742-809). Karel de Grote belastte hem met de kerstening in het westelijk deel van Saksen, het gebied van de huidige Achterhoek en Westfalen. Nadat Saksen definitief veroverd was, werd Ludger in 805 tot bisschop van Münster gewijd. Een groot deel van de Achterhoek maakte in de middeleeuwen deel uit van dit bisdom.