Twee legerplaatsen tussen Garderen en Stroe

Tussen de dorpen Garderen en Stroe zijn twee militaire legerplaatsen te vinden. De ene werd aangelegd door Duitse troepen in de Tweede Wereldoorlog, de andere is in de jaren vijftig in gebruik genomen door de Koninklijke Landmacht.

Kamp Stroe

Tussen 1941 en 1943 legden de Duitsers een munitieopslagplaats aan bij Stroe. De spoorlijn tussen Amersfoort en Apeldoorn zorgde voor verbinding met de rest van het land. Er stonden toen tien legerings-, verzorgings- en ontspanningsgebouwen, die vanuit de lucht gezien veel op boerderijen leken. De Duitsers hoopten dat deze daardoor niet zouden worden gebombardeerd. Daarnaast waren er ongeveer 75 munitiebunkers, 4 spoorwegperrons en enkele personeelsbunkers.

Door sabotage van de spoorlijn door het verzet werd de aan- en afvoer van munitie bemoeilijkt. Kort voor de bevrijding lieten de Duitsers bijna alle munitiebunkers en de treinperrons ontploffen. Alleen de legeringsgebouwen bleven staan. Enkele van deze gebouwen bestaan nog.

Na de oorlog werden in Kamp Stroe grote hoeveelheden door de geallieerden achtergelaten voertuigen en ander materieel opgeslagen en later ook het oorlogs- en technische reserve materiaal van de Koninklijke Landmacht. Vanaf 1947 moest een compagnie van 300 mannen dit alles beheren.

Het kamp onderging meerdere naamwisselingen en in 1990 kreeg het tenslotte de naam Majoor Mulderkazerne. Majoor Hendrik Jan Mulder (1900-1961) was reserve- officier bij de artillerie geweest. Inmiddels waren er ook andere legereenheden ondergebracht, zoals de Sectie Verkeer/Vervoer van het Eerste Legerkorps.

Legerplaats De Wittenberg

Na de Tweede Wereldoorlog bleef de angst voor een nieuwe oorlog bestaan. De Koninklijke Landmacht werd uitgebreid. Naast het Kamp Stroe werd een stuk grond in gebruik genomen als oefenterrein voor militairen. Eind 1950 werd op dit terrein begonnen met de bouw van een legerplaats dertig eenvoudige barakken, een grote keuken en een bioscoop. Garages deden dienst als eetzalen. Er kwamen ook magazijnen voor kleding en wapens. De legerplaats werd op 16 maart 1951 in gebruik genomen. In de eerste jaren werd er door de soldaten ook nog geslapen in grote tenten. In november 1956 werd het officiershotel geopend.

De militairen oefenden later in de wijde omgeving op de heide en op de schietterreinen bij Harskamp. Er waren hobbyclubs in de kazerne en er konden allerlei cursussen worden gevolgd. Er was een eigen dansorkest en in de bioscoop werden elke avond twee films vertoond.

In de jaren zeventig waren de legeringsgebouwen sterk verouderd. Dat leidde tot protesten van dienstplichtige militairen en tot nieuwbouw. De laatste van de oude barakken werden in 1976 gesloopt. De totaal vernieuwde legerplaats werd in april 1978 in gebruik genomen en heette vanaf toen Generaal Majoor Kootkazerne. In 1978 werkten er bijna 2200 mensen, verdeeld over 13 compagnieën.

Marechaussee

Vanaf 13 augustus 1955 was er de Marechausseebrigade Garderen met een eigen gebouw. Dat stond tussen de beide legerplaatsen. Er werkten een brigadecommandant, vijf onderofficieren en zeven dienstplichtige marechaussees. Ze moesten de orde en rust onder de militairen handhaven. Ook moesten zij optreden als er door burgers op militaire terreinen overtredingen werden begaan. Tegenwoordig is er geen eigen brigade meer.

Militair Penitentiair Centrum

Vanaf 1999 is in de Majoor Mulderkazerne het Militair Penitentiair Centrum Stroe gevestigd. Dat is de opvolger van de militaire gevangenis in Nieuwersluis. Er worden militairen gevangen gehouden, die zijn veroordeeld wegens ernstige zaken of op hun proces wachten.

Militaire tehuizen

Militairen konden niet alleen ontspanning vinden in de bioscoop of in de kazernekantine. Aan de weg tussen de beide kazernes waren ook twee militaire tehuizen. Een voor protestanten (PMT) en een voor katholieken (KMT). Ze werden beheerd door een huisvader en –moeder. Militairen konden er iets eten of drinken, kranten lezen, biljarten, televisiekijken, enzovoort.

Het PMT werd al in 1983 gesloten en is nu gesloopt. Het KMT veranderde in 1993 in het Algemeen Militair Tehuis en deed later nog dienst als oefenlokaal voor een trompetterkorps en tot eind december 2016 als museum voor de Historische Verzameling van het voormalige Regiment Aan- en Afvoertroepen. Daarna is de verzameling te zien in het Nationaal Militair Museum in Soesterberg.

Om verder te lezen:

  • Gerjan Crebolder e.a., Garderen, baken in het groen. De geschiedenis van een Veluws dorp. Barneveld 2002.
  • Gerjan Crebolder e.a., Stroe … ‘een kleine oasis’. De geschiedenis van een Veluws dorp. Barneveld 2005.
  • H.J. Mulder en de strijd bij Mill. Een episode uit de Nederlandse artilleriegeschiedenis. Den Haag, 1990.

Rechten

Dick Veldhuizen, CC-BY-SA