Noodgedwongen ver van huis

Johan Manuputty en zijn zusje Caro lopen rillend van de kou aan de hand van hun vader naar de bewaarschool. Het is hun eerste schooldag. Bij de deur staat zuster Lucilla, die enkele jaren op het Molukse eiland Kei de missieschool heeft geleid. Ze spreekt de taal van de kinderen. Die voelen zich gelijk op hun gemak.

Kinderen uit het Ambonezenkamp

Even later druppelen de andere kinderen van het Ambonezenkamp binnen. Een hele klas vol bruine snoetjes, die aan van alles moeten wennen. Aan het weer, aan het eten en aan het leven in barakken. Ook de witte Groesbeekse kinderen kijken op de speelplaats verwonderd.

Molukkers en Ambonezen naar Nederland

Johan en Cora zijn met hun ouders en honderden andere Molukse families met het schip 'Atlantis' in 1951 in Amsterdam aangekomen. De meeste vaders waren soldaat in het Koninklijk Nederlands Indische Leger. Maar Nederland verliest na een bloedige strijd de kolonie en Indonesië wordt een vrij en onafhankelijk land. Voor de KNIL-soldaten, die vochten voor Nederland, is er geen plaats meer. Nederland kan de belofte om te zorgen voor een veilige en veilige plek op Ambon en de Molukken niet waarmaken. De Molukkers en Ambonezen komen in Nederlandse kampen terecht.

Woonoord De Horst in Groesbeek

In Groesbeek staan barakken voor bouwvakkers van de wederopbouw leeg. In 1952 trekken de Molukse families erin. Woonoord De Horst telt eerst ruim honderd en in 1958 ruim honderdvijftig mensen. De laatsten verlaten in 1961 Groesbeek. Niet allemaal: twee mannen trouwen met een Groesbeekse en blijven!

 

Bronnen en verder lezen:

 

Rechten

Vereniging Heemkundekring Groesbeek, CC-BY-NC