De ijzeren weg

Een fluitsignaal klinkt, dikke wolken stoom vullen het perron. Puffend zet de stoomlocomotief zich in beweging. Voor het Station Groesbeek staan overal lege kruiwagens. Zo vervoeren boeren en bezembinders hun koopwaar. Ze zitten nu in de trein op weg naar de Nijmeegse markt. Dat gaat gemakkelijker en sneller dan lopend over de zandweg naar Nijmegen.

Sinds augustus 1865 rijden treinen over de spoorlijn Nijmegen – Kleef. Groesbeek is een belangrijke halteplaats. In juni is het elk jaar extra druk op het station. Het is dan bosbessentijd. De opkopers leveren de bosbessen in duizenden mandjes af. Spoorwagons vol.

Forenzen

Na 1900 reizen dagelijks ruim vijfhonderd Groesbekers naar Kleef. Ze werken in fabrieken. Om vijf uur 's morgens stappen ze slaperig in. Om zeven uur ’s avonds komen ze doodmoe thuis. In 1934 sluit het station voor reizigers. Een spoorhuisje (blokpost T) komt ervoor in de plaats. Naar Nijmegen kun je met de bus. In het dorp gaan elk uur de spoorbomen dicht en raast de trein voorbij. Steeds minder mensen zitten er in. Dat komt door de groei van het aantal auto's en de goede busverbindingen.

Onkruid

Op 1 juni 1991 passeert de laatste trein. Onkruid overwoekert de 'ijzeren weg'. Vanaf 2008 kun je in Groesbeek weer opstappen richting Kleef. Niet op de trein, maar op de draisine (of fietslorrie).

 

Bronnen en verder lezen:

  • G.G. Driessen en J.D.G. Montenberg, Oud Groesbeek in woord en beeld (Nijmegen/Groesbeek 1980), p. 196-203.
  • G.G. Driessen en A. Bosch (red.), Groesbeek. Beeld van een dorp (Nijmegen/Groesbeek 1993), p. 65-70.

 

Rechten

Vereniging Heemkundekring Groesbeek, CC-BY-NC