Henri Poels

Priester

Aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw was de armoede onder de Limburgse arbeiders op veel plaatsen groot. De katholieke kerk vond dat er dringend betere sociale omstandigheden voor deze armen moesten komen. De uit Venray afkomstige priester Henri Poels nam in deze strijd het voortouw.

Schrijnende armoede

De industrialisatie bracht een nieuwe klasse van armen met zich mee: de arbeiders. Vaak woonden hele gezinnen op één kamer, en meerdere gezinnen in één huis. Onder andere in Maastricht was de toestand schrijnend. Socialisten als Willem Vliegen vroegen al in de tweede helft van de 19e eeuw aandacht voor dit armoedevraagstuk.

Rerum Novarum

De katholieke kerk had in eerste instantie nog weinig aandacht voor de 'sociale kwestie'. Volgens de kerk moesten de armen hun situatie accepteren en dienden de rijken hen aalmoezen te geven. Pas met de publicatie van de pauselijke encycliek 'Rerum Novarum' in 1891 reageerde paus Leo XIII op de situatie. Hij erkende daarin dat ook arbeiders recht hadden op een redelijk inkomen. En hij spoorde de arbeiders aan zich te organiseren in rooms-katholieke vakbonden, zodat ze hun eigen rechten beter konden verdedigen. In Limburg nam Henri Poels hierin het voortouw.

Henri Poels

Henri Poels werd in 1910 aangesteld als aalmoezenier van de Limburgse mijnwerkers. De Limburgse mijnen waren op dat moment sterk in opkomst. Poels vreesde dat de mijnwerkers hetzelfde lot wachtte als de Maastrichtse arbeiders. En dat wilde hij koste wat kost voorkomen. In zijn beroemde 'Noodkistrede' uit 1917 stelde hij de problemen aan de orde en riep hij de rijken op hun verantwoordelijkheid te nemen.

Woningnood

Henri Poels hield zich onder andere veel bezig met de bestrijding van woningnood in de Mijnstreek. Door de sterke groei van de mijnen waren er te weinig arbeiderswoningen. De huurprijzen waren dan ook vaak hoog. Bovendien vreesde de kerk voor de zeden van de mijnwerkers als zoveel mannen en vrouwen zo dicht op elkaar woonden. Daarom richtte Poels de sociale woningbouwvereniging 'Ons Limburg' op, die betaalbare huurwoningen voor de arbeiders bouwde. Voor vrijgezelle mijnwerkers kwamen er gezellenhuizen.