Kinderwetje van van Houten

Het kinderwetje van van Houten uit 1874 is de eerste wet in Nederland die een eind aan kinderarbeid moest maken. De wet kwam tot stand door Samuel van Houten. Samuel was een radicaal liberale politicus. Samuel verbood kinderen tot twaalf jaar om in een fabriek te gaan werken. Het verbod telde niet voor huiselijke en persoonlijke diensten op veldarbeid. Dus deze wet was alleen bedoeld om kinderarbeid in de fabriek af te schaffen. Wat ook een uitzondering was, was de mijnbouw die Napoleon had ingevoerd. Nederland viel in die tijd nog onder het Franse bestuur. Voordat het kinderwetje van van Houten er was, was kinderarbeid nog heel normaal. In Nederland was er in die tijd veel armoede waardoor de vrouwen en de kinderen ook hard moesten gaan werken voor geld. Jacob Jan Cremer bezocht een textielfabriek in Leiden. Na aanleiding van dat bezoek was hij onder de indruk van de slechte werkomstandigheden in de textielfabriek. Hij wilde dat de koning ingreep omdat de omstandigheden zo slecht waren. Hij kreeg veel steun. Maar doordat de kinderarbeid nauwelijks werd gecontroleerd ging de kinderarbeid gewoon doorgaan in Nederland. Door de invoering van leerplicht was de kinderarbeid wel helemaal afgeschaft. De kinderen van 6 tot 12 jaar waren dan verplicht om naar school te gaan.