De kinderwet

Een zetje van Houten gekregen bij het afschaffen van kinderarbeid

We weten allemaal wel dat kinderarbeid nog steeds aan de gang is. Toch is het na loop van de tijd veel minder geworden als vroeger. De reden dat kinderen vaker in fabrieken werden gestopt is, omdat ze goedkoop en makkelijk waren te beïnvloeden. Ook deden de kinderen het om het inkomen te verhogen. Nadat het aantal kinderen toenam, werd het verzet tegen kinderarbeid ook steeds groter.

Dit veranderen voor een groot deel toen het Kinderwetje van Van Houten werd ingeschakeld. De wet hield in dat ze tegen het verwaarlozen en overmatige arbeid waren van kinderen, een maatregel dat uiteraard nodig was. In 1874 kwam de wet aan toezicht en was dit ook gelijk de eerste wet die tegen het kinderarbeid ging. De wet gelde wel alleen voor kinderen tot 12 jaar en niet voor huishoudelijke, persoonlijke en werk dat werd verricht op het land. Na een tijdje werd er amper gecontroleerd, dus ging de arbeid tot 12 jaar gewoon door.

De Kinderwetten van 1901 maakte wel een eind aan de kinderarbeid. Dat hebben we te danken aan de liberale minister van Justitie Cort van der Linden. Hij wist zijn kinderwetten goedgekeurd te krijgen. Pas in 1905 kwam de invoering van de wetten, dit kwam doordat er verschillende filialen opgericht moesten worden. De wetten die hij invoerde bestond uit 3 segmenten. De kinderstrafwet, de kinderbeginselenwet en de burgelijke kinderwet. Bij de kinderstrafwet werd er geen nieuwe gevangenisstelsel gemaakt, maar kwam er een nieuwe verblijf: de tuchtschool. Bij de kinderbeginselenwet werden de regels benoemd waar de verrichte instellingen aan moesten voldoen. Bij de burgelijke kinderwet werd bij mishandeling of verwaarlozing, het kind uit de macht van de ouders afgepakt. De ouders waren ook verplicht de kinderen van 7 tot 12 jaar naar school te sturen, dit gebeurde des tijds ook.

De kinderwet hoort bij de geschiedenis van de rechtsstaat en de parlementaire democratie, omdat de rechtstaat moet voldoen aan een sociale wetgeving. Ze moeten de zwakkeren helpen, hier is dat ook het geval. De nieuwe wetten helpen de kinderen uit de lijden die ze lopen tijdens het verrichten van arbeid. Ook hebben de kinderen meer rechten gekregen en de ouders minder. Daarom horen de kinderwetten bij de rechtsstaat en de parlementaire democratie.