Villa Lisiduna

Het ontstaan van het dorp Oud-Leusden

Voorchristelijk grafveld
In de jaren tachtig van de vorige eeuw werden bij Oud- Leusden uitgebreide opgravingen gedaan in verband met de aanleg van de A-28. Men vond sporen van boerderijen uit de zesde eeuw en vlak daarbij een groot grafveld, dat dateert uit de tijd voor de komst van missionarissen. De nederzetting op deze plaats moet belangrijk zijn geweest want in de graven werden rijke giften voor het hiernamaals gevonden.

Willibrord in Lisiduna?
Rond 750 was er op deze zelfde plaats een nederzetting, die in een oorkonde Lisiduna werd genoemd. Dit stuk werd geschreven toen Karel de Grote dit gebied aan de kerk van Utrecht schonk. Waarschijnlijk waren de bewoners directe nakomelingen van de boeren uit de zesde eeuw. In 2002 werden bij archeologisch onderzoek namelijk resten gevonden van nederzettingen die hier honderden jaren eerder al waren. Er bestaat alleen geen volledige zekerheid dat het gebied al die eeuwen lang aaneengesloten werd bewoond. Ook staat niet vast dat Willibrord vanuit Oud- Leusden het evangelie heeft verkondigd, al ligt het wel voor de hand dat te veronderstellen. Zijn missiewerk werd immers door de Frankische koningen toegelaten en Lisiduna was toen een belangrijk bestuurscentrum in deze streken. Bovendien werd het grafveld rond 750 niet meer gebruikt. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de doden voortaan werden begraven bij de kerk, die Willibrord dan zou hebben gewijd.

Oud-Leusden ontstaat
In het jaar 777 schonk Karel de Grote (782-814) een groot gebied aan de St. Maartenskerk te Utrecht. Enkele boerderijen in Lisiduna vormden de kern van dit gebied. Boeren hadden tot die tijd het land voor de koning bewerkt, maar voortaan was de opbrengst voor hun nieuwe heer, de bisschop van Utrecht. Behalve de boerderijen met land stond de koning ook vier grote bossen, waaronder dat van Henschoten, en verder woeste heidegrond af aan de bisschop. Het geheel van deze boerderijen met bijbehorend land en woeste grond werd in die tijd een villa of een domein genoemd. Namens de bisschop zorgde een meier of rentmeester voor het beheer van het geheel, de villa Lisiduna dus. Hij woonde op de vroonhoeve, een versterkte boerderij bij Oud-Leusden. Het domein strekte zich uit over de Gelderse Vallei tot aan de zee in het Noorden. Afgezien van de hogere zandgronden in het Westen (Leusderheide, den Treek) was het grotendeels een nog onbewoonbaar moerasgebied. Wel bevond zich hier en daar een boerderij op een heuvel (een horst) of een hoge zandoever.

Na 1200 raakte de nederzetting bij Oud- Leusden langzamerhand in verval. Er was steeds minder ijzeroer beschikbaar dat nodig was om erts te winnen en door ontbossing vormde het stuifzand een steeds groter probleem voor de boeren. Zij gingen zich in nieuw ontgonnen gebieden bij het Heetveld en verder richting Leusbroek vestigen.