Het Haarhuus

De zorg voor ouderen

Tijd van televisie en computers

Al vrij snel na de oorlogsjaren trad er in grote verandering op in de huisvesting van de ouderen. Tot dan was in het traditionele huishouden de inwoning van ouders een veel voorkomend verschijnsel, vooral op de boerderij. Maar het karakter van het wonen met meerdere generaties onder één dak veranderde. Er kwam specifieke huisvesting in de vorm van bejaardentehuizen, die we nu woonzorgcentra noemen. De afgelopen decennia doet zich een ontwikkeling voor waarbij senioren de voorkeur geven aan kleinschalige vestiging in de centra van de dorpen.

Het Haarhuus

Begin jaren vijftig van de vorige eeuw telde Westerhaar-Vriezenveensewijk 157 bejaarden, van wie 35 gezinnen en 87 alleenstaanden. Huisvesting en verzorging van bejaarden lieten te wensen over. Vanaf 1954 werd daarom de mogelijkheid onderzocht om een bejaardentehuis in Westerhaar-Vriezenveensewijk te bouwen. In 1956 werd de Stichting voor Bejaardenzorg in het leven geroepen en na overleg met diverse instanties werd architect Jans uit Almelo opdracht gegeven om een schetsplan maken. De uiteindelijke opdracht werd verstrekt aan het Bureau Organisatie Bouwwezen onder adviseurschap van architectenbureau Twijnstra voor achttien woningen en een verzorgingstehuis voor 62 cliënten. De bouw vond plaats door aannemer Odink uit Eibergen. Op 9 maart 1967 werd dit bejaardencentrum 't Haarhuus geopend door de Commissaris der Koningin van Overijssel O.F.A.H. van Nispen tot Pannerden.

De Vriezenhof

Vanaf 1955 zijn plannen gesmeed om een bejaardencentrum in het dorp Vriezenveen te krijgen. De predikant H. Pol speelde hierbij een belangrijke rol. Hij richtte de Protestants Christelijke Stichting voor Bejaardenzorg in Vriezenveen op. Het centrum werd een gezamenlijke productie van de protestantse kerken en de gemeente. In de eerste helft van de jaren zestig van de vorige eeuw werd grond aangekocht voor de bouw van het tweede bejaardencentrum, nu in het dorp Vriezenveen; aan de grens van het eerste uitbreidingsplan, Het Midden. In 1966 was het complex klaar en bood onderdak aan 53 personen. Ook waren tien aanleunwoningen gerealiseerd. Sindsdien is het centrum enkele malen uitgebreid.

Het open bejaardenwerk

Vanaf de jaren zestig was de algemene tendens om bejaarden zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen woonomgeving te laten, met behulp van diverse voorzieningen. Om dat laatste gestalte te geven in Vriezenveen werd in 1968 het open bejaardenwerk opgestart, dat wil zeggen het entameren van activiteiten in bewegings- en ontspanningssfeer en later andere voorzieningen om bejaarden te helpen hun zelfstandigheid te behouden. In 1969 waren er in Vriezenveen dorp en De Pollen duizend bejaarden. Naast een bejaardenbond, waar toen 451 bejaarden lid van waren, werden op den duur allerlei activiteiten opgestart, waaronder het aantrekken van bejaardenverzorgsters, instellen van een centrale meldingspost en verrichten van huishoudelijke hulp. De officiële vormgeving van het open bejaardenwerk ontstond in 1974, toen de Stichting Welzijn Ouderen werd opgericht. In deze stichting werden eerder geopperde zaken van open bejaardenwerk verder uitgewerkt en uitgebreid. De stichting stond een geïntegreerd welzijnsbeleid voor ouderen voor en initieerde en coördineerde de daaruit voortvloeiende werkzaamheden. In 1984 startte het flankerend ouderenbeleid in Vriezenveen. Het accent lag hier op het ondersteunen van het initiatief van ouderen zelf en uitbreiding van de werkzaamheden van instellingen in Vriezenveen voor bejaarden. De hieruit voortvloeiende belangrijkste gerealiseerde voorzieningen waren de warme maaltijdvoorziening, dagopvang, tijdelijke opvang en een alarmeringssysteem. In de jaren negentig werd het platform ouderenzorg ingevoerd, waarin gestreefd werd naar afstemming van het zorgaanbod op de behoefte van ouderen. Er kwam één loket waar ouderen terecht kunnen voor alle zaken die hen betreffen. De bouw van centraal gelegen seniorenwoningen maakte opgang en in de centrumgebieden van Vriezenveen en Westerhaar-Vriezenveensewijk kwam meer ruimte voor ouderenhuisvesting. De toenemende vergrijzing blijft tot op heden om eigentijdse oplossingen vragen.