De Rusluie

Handel met Rusland

Tijd van pruiken en revoluties

Gedurende bijna 2 eeuwen bestonden er nauwe banden tussen inwoners uit het dorp Vriezenveen en de Russische metropool Sint-Petersburg. De Rusluie, de Vriezenveense kooplieden die handel dreven in Sint-Petersburg, vormen een vermaard onderdeel van de Vriezenveense historie. Gedreven door de combinatie van armoede en handelsgeest gingen de Vriezenveners vanaf het begin van de 18de eeuw naar Rusland op pad met zaad en linnen. Tsaar Peter de Grote had aan de monding van de Neva een nieuwe stad gebouwd, die hij onder de naam Sint-Petersburg tot hoofdstad van Rusland verhief. De Vriezenveners pikten een graantje mee van de bloei van dit nieuwe handelscentrum.

Kooplieden in de compagnie

Vooral tijdens de regeerperiode van Catharina de Grote (1762-1796) gingen steeds meer Vriezenveense kooplieden naar Sint-Petersburg. Om de toenemende concurrentie van andere buitenlanders het hoofd te bieden, verenigden Vriezenveense families zich in compagnieën. De eerste compagnie van Scholl, Jansen, Kruys & Co dateert van 1770. Aan de belangrijkste straat van Sint-Petersburg, de Nevski Prospekt, kwam een groot gebouw tot stand met de toepasselijk naam Gostiny Dvor (gastenhof). Dit gebouw gold als het grootste warenhuis van Europa. In dat gebouw konden buitenlandse kooplieden ruimten huren voor hun winkels en commerciële activiteiten. Door de winkels vestigden de kooplieden zich voor langere tijd in Sint-Petersburg, terwijl de vrouwen en kinderen in Vriezenveen achterbleven. Om voor continuïteit te zorgen vertrokken jongens in de leeftijd van circa 12-14 jaar als leerjongen naar Sint-Peterburg om daar het vak van koopman te leren. In het begin konden zij na circa 10 jaar, later werd dit korter, terugkeren naar Vriezenveen om daar te trouwen en een gezin te stichten, om vervolgens hun werkzaamheden in Sint-Petersburg te hervatten.

Bloeitijd Vriezenveense activiteiten

Het hoogtepunt van de handelsbetrekkingen lag in het midden van de 19de eeuw. Om aan de toenemende vraag van goederen te voldoen breidden de Vriezenveense kooplieden hun assortiment uit met onder meer wijn, sigaren, vis, tabak jenever en pijpen. De Vriezenveense kooplieden genoten het vertrouwen van de inwoners van Sint-Petersburg. Ook wisten ze door te dringen tot het Russische hof. Zo kochten de tsaren hun sigaren bij de Vriezenveense familie Ten Cate. Verder was Jan Hoek hofleverancier van damast. Hendrik Kruys slaagt erin om de exclusieve rechten te verwerven voor de verkoop van cacao. In een van de zijstraten van de Nevski Prospekt opende hij de winkel "Java" met koffie, thee, cacao en aardewerk. Ook enkele ambachtslieden uit Vriezenveen wisten een goede reputatie in Sint-Petersburg op te bouwen. Wicher Berkhof kwam als 10-jarige in 1804 naar Sint-Petersburg, voltooide in 1816 een opleiding als scheepstimmerman en beëindigde zijn loopbaan als directeur van de lokale scheepswerven. Ook de Vriezenveense kleermaker Barend Pleij had talrijke Russen als klant.

Stoomboot en de stoomtrein

De opkomst van de stoomboot en de stoomtrein doet de handel met Sint-Petersburg aanzienlijk veranderen. De oude handelsroutes verdwijnen geheel. Na voltooiing van het laatste stuk spoorlijn tussen Warschau en Sint-Petersburg in 1863 gingen steeds meer vrouwen en kinderen uit Vriezenveen mee naar Sint-Petersburg. De concurrentie nam toe en vele Vriezenveense winkels sloten de deuren. Intussen vestigden zich steeds meer stoomvaartmaatschappijen uit het westen van Nederland met hun personeel in Sint-Petersburg. Het percentage Vriezenveners onder de Hollandse gemeente in Sint-Petersburg daalde daardoor in de tweede helft van de 19de eeuw aanzienlijk.

Oorlog en ondergang

De Eerste Wereldoorlog, gevolgd door de Russische Revolutie, luidde het einde in van de aanwezigheid van de Rusluie in Sint-Petersburg. De meeste families ontvluchtten het land. Enkele mannen bleven aanwezig om op bezittingen als winkels en bedrijven, huizen en datsja's te passen. In 1918 werden alle buitenlandse bezittingen echter genationaliseerd. Door tussenkomst van de Zwitserse ambassade lukte het om in 1920 de Nederlanders uit te ruilen tegen Russen die aan het Belgische front waren gedeserteerd uit het leger van de tsaar en naar Nederland waren gevlucht. De aankomst van stoomboot De Lingestroom in mei 1920 in Ijmuiden, met de laatste Rusluie aan boord, betekende het einde van deze intrigerende geschiedenis.