Schuit met schipkiste

De scheepsbouw

Tijd van pruiken en revoluties

In 1751 verkocht Gerhardus (Gradus) Schuitemaker uit Enter voor 130 carolus gulden "een nieuwe Schuite met schipkiste, twee swaarden, zeil en touwen" aan een Zwolse schipper. Maar de koper kwam zijn betalingsverplichting niet na. Pas na jarenlang procederen kreeg Schuitemaker zijn vordering erkend. De processtukken vormen het oudste schriftelijk bewijs voor de scheepsbouw van Enter, hoewel er in de 16de eeuw ook al schuiten zullen zijn gemaakt. In 1757 kapittelde de markevergadering dezelfde Gradus, omdat hij een "timmerwerf en een huisien" had geplaatst op de gemeenschappelijke markegronden zonder voorkennis van de markerichter. Het kostte hem jaarlijks 7 stuivers om als eigenaar erkend te blijven.

De Waarf

Enter was een ideale plaats voor scheepsbouwers. Tussen de dorpskern en de Regge lag een strook natte markegronden, "De Waarf" genoemd. Daar ontstonden diverse scheepswerven. In de 19de eeuw waren dat de "Schutemakerswerf" van de Schuitemakers, de "Koole werf" van Van den Berg en de "Meisterwaarf" van een andere Schuitemaker die was ingetrouwd bij de familie Grevink. De werkplaatsen bevonden zich aan brede sloten, de Lee en de Entergraven, die in verbinding stonden met de Regge, een kilometer oostelijker. Op die werfjes werden de Enterse zompen gebouwd, maar ook de Berkelzompen en platbodems voor de Vecht en de Schipbeek. De werven hebben in de loop der jaren honderden zompen afgeleverd. De techniek van de schuitenmakers was even eenvoudig als effectief. De zijplanken van de zompen werden krom gebrand. Dat gebeurde door ze op een ijzeren brandjuk te leggen, van onderen te verhitten met vuur in een ijzeren vat en van boven nat houden. Door de hitte krompen de vezels aan de onderzijde terwijl de vezels aan de bovenzijde door het gewicht juist uitrekten. Op die manier kon er ook nog een draaiing (een "zwei") worden aangebracht.

Regt door Zee

In de tweede helft van de 19de eeuw ging het hard achteruit met de scheepsbouw: de wegen verbeterden en de spoorlijnen kwamen op. Omstreeks 1874 liep het laatste schip van stapel: de "Regt door Zee" van schipper Jans ten Berge. De overblijfselen hiervan zijn nu nog te zien in het Enterse Zompenmuseum aan de Hoge Brink. In 1986 werd in Giethoorn een replica van deze zomp gebouwd, die jaarlijks met vele toeristen over de Regge vaart. Sinds 2009 staat er een nieuwe "Enterse Waarf" op de historische grond tussen Enter en de Regge. Vrijwilligers van de regionale stichting De Enterse Zomp bouwen daar een tweede replica van de oude zomp van Ten Berge. De techniek is wel gemoderniseerd. Nu worden de planken in een 14 m lange metalen stoomkist met stoom "zacht" gemaakt en gekromd.