Schipperen op schipbeken

Handel en verkeer

Tijd van pruiken en revoluties

Borne was tamelijk gunstig gelegen aan de verbindingsroutes tussen de Hanzesteden Zwolle en Deventer enerzijds en de Duitse bisschopssteden Osnabrück en Münster anderzijds. Deze route kruiste bij de Meijershof de secundaire handelswegen rond Borne. Tot de komst van doorgaande straatwegen in de 19de eeuw waren deze routes echter moeilijk begaanbaar. Vooral in herfst winter en voorjaar veranderde neerslag de merendeels onverharde wegen in modderpoelen, waar voor rijtuigen en paard en wagen vaak geen doorkomen aan was.

Schuiten door de sluis

Het vervoer van en naar Borne vond dan ook voornamelijk over het water plaats. Via het zogenaamde Reggestelsel, een netwerk van "schipbeken", stond Borne via de Bornsche Aa in verbinding met Almelo en van daaruit via de Regge en Schipbeek met de belangrijke handelssteden Zwolle en Deventer. De Bornse Beek was een aftakking van de Bornsche Aa; hij liep door het dorp en kwam via de de haven, voor het huidige Kulturhus, bij "de Sluis" weer uit in de Bornsche Aa. Almelo was het belangrijkste schipperscentrum en had ook een goede verbinding met Vriezenveen. Voor Borne was verbinding met Vriezenveen van groot belang vanwege het vervoer van turf. De bevaarbaarheid van de Twentse beken en rivieren liet vaak veel te wensen over. Vervoer over water kon alleen in voor- en najaar. In de zomer was er weinig of geen water in de beken, in de winter waren ze bevroren. Bovendien verhinderde een fors aantal sluizen, ook in perioden met voldoende water, een snelle vaart. Buiten het normale vaarseizoen, dat van november tot april liep, trachtte men de bevaarbaarheid te bevorderen door het opwerpen van dammen. Was het waterpeil voldoende gestegen, dan werden de "stuwen" doorgestoken en dreven de schepen met de kunstmatig opgewekte vloed mee, totdat ze opnieuw vastliepen. De lading naar Borne bestond voornamelijk uit turf, koloniale waren en cichorei; vanuit Borne werden gebruiksvoorwerpen, garens en textiel vervoerd. In 1852 voeren nog 833 schuiten naar Borne, in 1862 nog zo'n 325 schuiten en na 1890 hield het vervoer over water zo'n beetje op. In 1902 werd de de beek van de haven tot de sluis gedempt. De naam van de Bornse Aa werd later gewijzigd in Bornse Beek.

Herbergen

Reizigers konden in Borne hun inkopen doen, hun dorst lessen en eventueel overnachten. Er waren zo'n 13 herbergen voor reizigers en bewoners van Borne en omgeving. De oudst bekende herberg, al genoemd in de 15de eeuw, was de herberg De Halve Maan aan de Marktstraat gevestigd in het voormalige pand van Hasperhoven. Bekende herbergen aan de Brinkstraat waren Het Witte Peerd sinds 1766 en vanaf 1830 herberg De Gouden Schaaf (nu de timmerwerkplaats van de heer Morselt). Café De Köning was gelegen aan de Bornse Beek. Herberg Het Schip was gelegen aan de Watertorenstraat. Aan de haven lag vanaf 1762 het schipperscafé Het Steerntje. De familie Wegter was lange tijd eigenaar van dit café en jarenlang is de familie in het bezit geweest van een pijpenset met inscriptie Schippersgilde 1744. De Sociëteit De Harmonie was sinds 1835 gevestigd aan de Potskampstraat (nu ijssalon De Harmonie). Modezaak Leurink is gevestigd in het voormalige hotel De Keizerskroon aan het Dorsetplein, vroeger was hier herberg Ensink (1637) gevestigd. In de buurt van oude Almeloseweg heeft vanaf 1700 een herberg, brouwerij en brouwhuis gestaan met de naam De Zwaan, begin 19de eeuw is dit pand gesloopt en in vergetelheid geraakt.