Gerrit Hendrik Göbel

Een Raalter landschapsschilder

Tijd van burgers en stoommachines

Gerrit Hendrik Göbel, lange tijd een vrij onbekende landschapsschilder uit Raalte, heeft de laatste decennia een toenemende bekendheid gekregen. In navolging van de wellicht meer bekende schilders als Egbert van Drielst, Willem de Klerk, N.J. Roosenboom en Pieter van Os raakte ook Göbel allengs meer uit de vergetelheid en was hij recent nog vertegenwoordigd op kunstbeurs PAN in Amsterdam, waar een fraai winterlandschap van Göbel voor ruim € 50.000,‒ te koop werd aangeboden.

Teeken-academieschool Deventer

Gerrit Hendrik Göbel (1786-1833) werd als zoon van een huis- en sieraadschilder in 1786 geboren aan de Koestraat A 10. Gerrit werkte als rijtuigschilder bij zijn vader, die hem ook onderwees in de eerste beginselen van de tekenkunst. Daarna kreeg hij lessen aan de bekende "Teeken-academieschool" in Deventer, die in Göbels tijd weinig bekende namen heeft voortgebracht. Pas vanaf midden 19de eeuw ontwikkelde zich een echte Deventer School met namen als de Kortelings, Paul Bodifee en het schildersgeslacht Bokhorst. 's Zomers was er genoeg werk aan de winkel, maar op winterse dagen trok de jonge Gerrit erop uit om in het Sallandse land zijn schetsen te maken, die hij thuis uitwerkte. Göbel maakte snel opgang. Hij was een typische landschapschilder naar de geijkte traditie van de romantiek uit die periode. Hij deed zijn inspiratie op in zijn geboortestreek, waar hij stof in overvloed vond in de zandbelten, heidegrond van het toen nog onontgonnen en onbebouwde Salland, de bossen rond Schoonheten, Relaer en de Velner, waar brede en diepe holwegen lagen. Toen zijn inspiratie hier wat op raakte, trok hij graag naar Twente, waar hij geheel nieuwe vergezichten vond.

Vermaard en verguisd

Vanaf 1810 was hij regelmatig op grote tentoonstellingen te zien. Op een tentoonstelling in Amsterdam in 1830 waren niet minder dan elf van zijn schilderijen aanwezig. Eén van stukken werd in 1826 in Brussel en een zomer- en wintergezicht in 1831 in Gent bekroond. En in 1827 werd een doek van Göbel door koning Willem II aangekocht. Het is niet verwonderlijk dat hij in 1828 werd benoemd tot lid van de Koninlijke Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Roem is vergankelijk. Vooral de schilders uit de Romantische School werden algauw verguisd en vergeten. Hun liefde voor het detail werd gehekeld: "Ze hebben de blaadjes van iedere eik geteld en de kronkelingen van elke tak". Van de veel geprezen B.C. (Barend) Koekkoek werd zelfs gezegd dat hij in het bos eerst stof afnam vóór hij aan het werk toog. Het impressionisme werd ineens bejubeld, het was de Haagse School wat de klok sloeg. Maar de waardering voor de romantici kwam terug, ook de volstrekt vergeten Göbel. De prijzen voor een Barend Koekkoek lopen in de vele tonnen en zijn die van de Haagse en Amsterdamse School voorbij gestreefd. En ook Göbel, die Salland in het begin van de 19de eeuw een duidelijk herkenbaar gezicht heeft gegeven, is terug van weggeweest. Göbel overleed in 1833 te Deventer, waar hij een huis bezat, evenals aan de Heerenstraat in Raalte, waar hij een herenhuis had, benevens een "plaesiertuin" van 300 m².