Nieuwebrug

Provinciale vergaderplaats

Tijd van steden en staten

Al meer dan 5 eeuwen vormt Nieuwebrug ten zuiden van Ommen een centrale ontmoetingsplaats. Waar bezoekers er tegenwoordig ontspanning zoeken en aan de oevers van de Regge genieten van een kopje koffie of een verkoelend ijsje, kwamen eeuwen terug machtige ridders en invloedrijke burgers uit heel Overijssel hier bijeen om te vergaderen over gewichtige zaken. Nieuwebrug dankte die functie aan zijn strategische ligging op een knooppunt van wegen. Al in 1387 is er sprake van de "Nijerbrugge" over de Regge, waar de bisschop van Utrecht tol liet heffen.

"Cost ende dranck"

Van oudsher vergaderde de bisschop annex landsheer met vertegenwoordigers van de Ridderschap en Steden van Overijssel jaarlijks op de Spoolderberg ten zuiden van Zwolle. Op deze landdagen werd naast politiek overleg ook recht gesproken. Kleinere steden als Ommen waren hier geregeld van de partij. Later namen Deventer, Kampen en Zwolle de honneurs namens alle steden in Overijssel waar. Het overleg tussen de bisschop en zijn onderdanen vond daarna veelal in één van deze genoemde steden of op zijn slot in Vollenhove plaats. Voor de Twentse riddermatigen was de afstand tot deze steden aanzienlijk. Vandaar dat ook geregeld vergaderd werd onder de rook van Ommen, dat goede verbindingen met alle uithoeken van de provincie had. In 1482 komt Nieuwebrug voor het eerst als vergaderplaats van het provinciale bestuur voor. Hier lagen enkele boerenherbergen die "cost ende dranck" verschaften aan de hooggeplaatste bezoekers. Zo'n landdag kon overigens met gemak 1 week duren.

In de aanval

Dankzij Nieuwebrug was Ommen geregeld toneel van hoog politiek overleg. Zo riep bisschop David van Bourgondië Ridderschap en Steden op 13 december 1490 te Nieuwebrug bijeen om te overleggen over de moeilijkheden met de heer Hendrik van Wisch. Deze edelman had de bisschop en zijn onderdanen vanwege een financieel geschil op 20 september de oorlog verklaard: "Opten selven dag sijn sij mit ruteren en knegten in 't land van Overijssel gevallen, aldaer gemoort, gebrant, gebrantschat, ende dat gantse land verwoest ende geplondert, beesten ende alles wat sij bekomen konden dat hebben sij mitgenomen, ende al degene die sij niet dood en sloegen hebben sij gevanglick uit den lande gevoert." Dat mocht de bisschop zich niet laten gebeuren. De vergadering te Ommen besloot 100 ruiters en 300 voetknechten uit te rusten voor de strijd tegen Van Wisch. Na belegering van zijn huis te Lochem kwam het tot een vredesakkoord.

Overval op klaarlichte dag

De meest tumultueus verlopen vergadering te Nieuwebrug is waarschijnlijk die van 1521. Zwolle en Kampen waren een jaar tevoren slaags geraakt over tolheffing op de IJssel. Naar aanleiding van dit conflict stelde Zwolle zich op 5 juli 1521 onder bescherming van Karel van Egmond, graaf van Gelre, en pleegde daarmee verraad aan de bisschop van Utrecht als landsheer. De bisschop riep de hulp van de Ridderschap in, die te Nieuwebrug bijeen was, om tot een vergelijk tussen beide partijen te komen. Maar de Zwollenaren kozen voor de aanval. Terwijl de aanhangers van de bisschop "onder de blauwen hemel" nietsvermoedend vergaderden, overviel een Zwolse legermacht hen en nam vier vooraanstaande edellieden gevangen. Zij werden in Zwolle "in stocken en blocken" geworpen. Heel Overijssel sprak schande van het verraad van de Zwollenaren. Pas na verschillende vijandelijkheden en lange onderhandelingen liet Zwolle zich weer in het Overijsselse gareel brengen.

Gastvrije waard

Met de centralisering van het provinciaal bestuur in Zwolle, tijdens de Franse Tijd, kwam er een definitief einde aan de bescheiden functie van Nieuwebrug als vergaderplaats. Politici verschenen er niet meer op het toneel. Maar de "weert in de Nijerbrugge" kon zich nog wel verheugen in een uitgebreide klantenkring van reizigers, schippers en bissinggangers. De huidige horecagelegenheid te Nieuwebrug zet deze eeuwenlange traditie van gastvrijheid tot op heden voort.