Krishnamurti

Een ster uit het oosten

Tijd van wereldoorlogen

Waarheid, zeg ik u, is een land zonder paden, dat langs geen enkele weg, door geen enkele godsdienst, geen enkele sekte, valt te bereiken. […] Omdat waarheid onbegrensd, absoluut en onbenaderbaar is, langs welke weg ook, is ze niet te organiseren. […] Het is mij er niet om begonnen een nieuwe godsdienst of een nieuwe sekte te stichten, of nieuwe theorieën of nieuwe filosofieën in te voeren. Integendeel, het gaat mij om het enige dat wezenlijk belangrijk is: dat de mens echt vrij zal zijn.
Deze woorden sprak Krishnamurti op 3 augustus 1929 tijdens het jaarlijkse kamp van de internationale Orde van de Ster op de Besthmenerberg in Ommen. De orde was in 1911 opgericht in het Indische Benares door leiders van de Theosofische Vereniging, die streefde naar een nieuwe geestelijke wereldorde op basis van de kernwaarden uit de westerse en oosterse religies. De theosofen geloofden dat na de eerdere boodschappers Krishna en Jezus Christus aan het begin van de 20ste eeuw een derde wereldleider zou opstaan. In een smerig en ondervoed jongetje op een strand in India meende één van hen de nieuwe Ster van het Oosten te herkennen: Jiddu Krishnamurti. De jonge goeroe kwam aan het hoofd te staan van een nieuwe internationale orde.

Wereldbroederschap

In 1920 woonde Philip van Pallandt van Eerde een lezing van Krishnamurti bij in Londen. Van Pallandt droeg de theosofie een warm hart toe. Hij raakte diep onder de indruk van Krishnamurti, die geestelijke vrijheid, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid predikte. Al jaren zocht hij een geschikte bestemming voor zijn landgoed. Hij besloot al zijn onroerend goederen aan Krishnamurti te schenken. Aangezien deze geen persoonlijke eigendommen wenste te bezitten, werd de schenking ondergebracht in de Eerde Stichting met als doel "de bevordering der levensleer van onbaatzuchtigheid en liefde tot alle medeschepselen ter effening van de weg tot Wereldbroederschap". In Ommen keken de mensen vreemd op van deze stap. Het hervormde kerkbestuur besloot Van Pallandt als vooraanstaande theosoof in 1926 niet te herkiezen als president-kerkvoogd. De baron zelf zag het probleem niet. Theosofie was in zijn ogen geen godsdienst, maar een wijsbegeerte. "Als iedereen die zich Christen noemt nu maar minder over de leer sprak, maar meer er naar leefde, dan zouden al die verschillen niet bestaan. Want het spreken over een leer verdeelt de menschen maar het leven van de leer vereenigt hen", schreef hij.

Sterkampen

De Orde van de Ster van het Oosten besloot in 1923 Eerde tot hoofdkwartier van de beweging in te richten. Krishnamurti en zijn staf namen er hun intrek. Er ontstonden zelfs plannen om hier een "Geestelijk Wereldcentrum" te stichten, inclusief arbeiderswoningen, fabrieken en scholen naar de opvattingen van de orde. De plannen beperkten zich vooralsnog tot de oprichting van een school, genoemd naar de wijsgeer Pythagoras. Bovendien organiseerde de orde vanaf 1924 een jaarlijks Sterkamp in Ommen. De kampplaats op de noordoosthelling van de Besthmenerberg groeide in de loop van de jaren uit tot een dorpje met semi-permanente gebouwen en eigen infrastructuur. Hoogtepunt van een Sterkampdag was de toespraak die Krishnamurti tijdens het avondlijk kampvuur hield. Duizenden mensen kwamen vanuit alle uithoeken in de wereld naar Eerde om te luisteren naar de nieuwe wereldleraar. In 1929 waren er bijvoorbeeld 3.000 mensen bijeen uit 50 verschillende landen. De bezoekers kwamen meestal met de trein aan. Ommen werd een wereldwijd begrip. "Laat ieder Sterlid in Europa denken aan Ommen-Eerde als het werkelijk hart van het werk van de Ster in de westerse wereld. Eenmaal zal het een van de grote bedevaartsplaatsen van de wereld worden", klonk het in 1925.

Opheffing

De beminnelijke Krishnamurti werd door zijn aanhangers op handen gedragen. In 1927 verklaarde de Orde van de Ster dat de toevoeging "in het oosten" niet meer van toepassing was: Krishnamurti werd uitgeroepen tot de nieuwe geestelijke wereldleider. Maar Krishnamurti zelf keerde zich geleidelijk juist tegen de verheerlijking van zijn persoon. Het stond de individuele vrijheid van zijn volgelingen in de weg, meende hij. Als uiterste consequentie van zijn eigen overtuiging zag hij zich gedwongen zijn bloeiende orde op te heffen. Dit onverwachte besluit maakte ook een einde aan de rol van Ommen als internationaal centrum van de beweging. De Eerde Stichting gaf het landgoed terug aan de schenker. Alleen het kampterrein bleef van de stichting, die hier tot 1938 sterkampen organiseerde. In de oorlog richtte de Duitse bezetter het terrein in als strafkamp. Na de oorlog kwam er een vakantiepark onder de naam Vacantievreugd.