Slag om Goor

De Tachtigjarige Oorlog

Tijd van ontdekkers en hervormers

De eerste jaren van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) is aan Twente praktisch ongemerkt voorbij gegaan, omdat de strijd tegen de Spanjaarden zich voornamelijk in het westen van het land afspeelde (Den Briel, Leiden, Naarden, Alkmaar). De stad Deventer evenwel was rond 1580 al in Staatse handen; het achterliggende land nog allerminst. Eggerik van Ripperda, drost van Twente en tevens bewoner van kasteel Weldam, wist in 1581 overste IJsselstein uit Deventer over te halen een verrassingsaanval uit te voeren op de vesting Goor om Twente op de Spanjaarden te veroveren.

De slag

Midden juli 1581 trok IJsselstein met ongeveer duizend soldaten en vier kanonnen Goor binnen en veroverde al snel de Spaanse schans bij de huidige Hofkerk. Hij sloeg het beleg op voor de vesting "het Schildt". De aanval liep spaak toen Spaanse ruiters onder aanvoering van Maarten Schenck de vesting ontzetten en de Staatse soldaten met achterlating van enkele kanonnen over de Bandijk werden teruggedreven. Via een windmolen (op de plaats waar nu de ABN-AMRO-bank staat) trokken de Staatse soldaten zich terug op de grote schans bij de Hofkerk om daar "tot haeren bescherminge enn beter dierectie van zaeken de kercke metten thoeren gansch enn teneenemael affgebrandt enn nedergestortet te werden". De Spanjaarden waren er totaal niet van onder de indruk en joegen de overgebleven Staatse soldaten naar de laatste schans bij Huize Scharpenzele, waar ze nog 12 dagen stand hebben weten te houden. Waarschijnlijk zal het voor de Staatse soldaten toen slecht zijn afgelopen, want het verhaal gaat dat alle verslagen soldaten door de Spanjaarden zijn gewurgd. Het zou tot 1589 duren voordat de Staatsen onder aanvoering van prins Maurits weer een aanval op Goor zouden wagen.

Nare gevolgen voor Eggerik van Ripperda

Dit Staatse fiasco betekende tevens het bestuurlijke einde van Eggerik van Ripperda. Hij werd namelijk door Maarten Schenck gevangen genomen en opgesloten in zijn kasteel in de omgeving van Wychen. Omstreeks 1600 probeerde Eggerik met een reis naar Deventer losgeld van het stadsbestuur van deze stad los te peuteren, maar in plaats van hem te helpen, werd hij door de Deventer magistraat (op bevel van Maurits) opgesloten in een Poorthuis, alwaar hij in 1603 overleed. Reden: Eggerik had zonder medeweten van Willem van Oranje en de Staten-Generaal eigenmachtig gehandeld.

Ontmanteling van "het Schildt"

In 1589 lukte het prins Maurits met zijn leger Goor en zijn omgeving wel te veroveren, maar hij en zijn leger hadden hun hielen nog niet gelicht of de Spanjaarden kropen weer in de vesting "het Schildt", zodat de Prins en zijn soldaten in 1596 ten tweeden male de verovering van "het Schildt" moesten uitvoeren. Daarbij gaf hij aan zijn soldaten de opdracht de schop ter hand te nemen, de wallen af te graven, de grachten dicht te gooien en zo de vesting "het Schildt" te ontmantelen.

Spaanse veldheer Spinola

Toch waren de toenmalige bewoners nog niet van alle krijgsellende af, want in 1606 werd Twente heroverd door een groot leger onder leiding van Spinola. Dit leger bleef door de slechte weersomstandigheden meer dan een ½ jaar gelegerd in en om Goor, met hier en daar wat krijgshandelingen, zoals een schijnaanval op Deventer en de verovering van Lochem.
Twente en zijn omgeving bleef tot 1611 in Spaanse handen. Door uitwisseling van gebieden, Lingen tegen een deel van Twente (met uitzondering van Oldenzaal), kwam de Hof van Twente uiteindelijk weer in Staatse handen.

Sluiting Staatse Tuin

Toch was er nog steeds de Spaanse dreiging vanuit Oldenzaal, waar een Spaans bestuur was gevestigd. In 1626 marcheerden de ruiters van stadhouder Frederik Hendrik via Deventer en Delden naar het Oosten en samen met de regimenten van de Friese stadhouder Ernst Casimir werd Oldenzaal op de Spanjaarden heroverd. Daarmee was de Staatse Tuin aan de oostkant gesloten. Van echte krijgshandelingen was er nadien in dit gebied geen sprake meer, maar de bewoners van Goor en directe omgeving waren inmiddels zeker tot het einde van de oorlog (1648) veroordeeld tot de bedelstand.