Het Blokhuis

Genemuiden en Karel van Gelre

Tijd van ontdekkers en hervormers

Vlak bij de haven van Genemuiden ligt de Blokhuisweg. De naam is ontleend aan kasteel Het Blokhuis dat daar in 1527 tijdens de Gelderse oorlogen in opdracht van Karel van Gelre werd gebouwd. Van de eens zo trotse vesting is niets meer terug te vinden. In 1584, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, werd het kasteel gesloopt. Het is te zien als het symbolische einde van een jarenlange strijd tussen Genemuiden en hertog Karel van Gelre.
Aan de bouw en afbraak van kasteel het Blokhuis gaat een lange geschiedenis vooraf. Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis waren in de Middeleeuwen regelmatig de speelbal van elkaar heftig beconcurrerende partijen. De drie kernen maakten deel uit van het Oversticht (ongeveer de huidige provincies Overijssel en Drenthe). Landsheer van het Oversticht was tot 1528 de bisschop van Utrecht. Tegelijkertijd behoorde het Oversticht echter tot de invloedsfeer van keizer Karel V, die aan het hoofd stond van het Habsburgse Rijk. De derde partij die zich met het Oversticht bemoeide was hertog Karel van Gelre. Zijn hertogdom Gelre lag ingeklemd tussen het Nedersticht (Utrecht) en het Oversticht. De hertog schuwde geen middel om zijn macht in het Oversticht te vergroten door de verschillende partijen tegen elkaar uit te spelen. Het geharrewar werd nog vergroot doordat ook de Overijsselse steden lang niet altijd samen door één deur konden.

Zeeroversnest Genemuiden
De ongeregeldheden begonnen in 1508 toen Karel van Gelre slot Kuinre, aan de Zuiderzee, veroverde. Een jaar later werd Genemuiden overmeesterd door een leger van Hendrik de Groote, een handlanger van Van Gelre. De 1500 soldaten oefenden een waar schrikbewind in de stad uit. Ze plunderden een aantal kloosters in de omgeving, en in de stad zelf roofden en vernielden ze bezittingen van de inwoners. Daarnaast had de bevolking zwaar te lijden onder de inkwartiering van de soldaten. Vanuit Genemuiden ondernamen de bezetters rooftochten op de Zuiderzee, om met hun buit van de overmeesterde schepen weer terug te keren. Genemuiden was veranderd in een zeeroversnest.
Een jaar later slaagden de grote Overijsselse steden Deventer, Kampen en Zwolle erin de troepen van Van Gelre te verdrijven. Na afloop likten de steden uit het Oversticht hun wonden. De strijd had erg veel geld gekost. De bestuurders compenseerden dit onder meer door het heffen van extra belastingen. Zo werd 1510 een catastrofaal jaar, niet alleen voor de steden en dorpen, maar ook voor de toch al arme plattelandsbevolking.

Trammelant om de tol
De rust was van korte duur. Zonder overleg besloot Kampen bij Genemuiden tol te gaan heffen voor de monding van het Zwarte Water. Door de slechte bevaarbaarheid van de IJssel kozen in die tijd namelijk steeds meer schepen voor de vaart over het Zwarte Water naar Zwolle. Dat kostte de Kampenaren de voorheen zo rijke opbrengst aan tolgeld. Zwolle reageerde als door een wesp gestoken op de tolheffing. De stad beschouwde de rivier sinds mensenheugenis als zijn eigendom. Na een reeks incidenten riep Zwolle de hulp in van Karel van Gelre. In ruil voor hulp bij het oplossen van het tolconflict erkende Zwolle hem in 1521 als landsheer. De stad liet daarmee de bisschop van Utrecht in de steek. Woedend waren de andere steden in Overijssel. De stadssecretaris van Kampen schreef in zijn dagboek dat "die van Zwolle als Judas dede". Maar Karel van Gelre kwam zijn belofte aan Zwolle na. Zijn troepen stichtten dood en verderf in de hele regio. Genemuiden werd zelfs gedeeltelijk verwoest en verbrand. In 1522 stuurde de bisschop van Utrecht 4.000 soldaten en zeven escadrons paardenvolk naar Genemuiden om de stad te ontzetten. Dat mislukte, zijn leger werd in de omgeving van de Veneriete in de pan gehakt: 1.000 van zijn soldaten sneuvelden. Zelfs Zwolle kreeg toen genoeg van de agressieve Karel van Gelre. De stad sloot weer vrede met de andere Sallandse steden en erkende als vanouds de bisschop van Utrecht als landsheer. Het gevolg was wel dat Kampen geen tol meer mocht heffen aan de monding van het Zwolse Diep.

Kasteel het Blokhuis
Voor even was het vrede in de streek. Maar in 1527 bezette de hertog Genemuiden opnieuw. Hij liet het Blokhuis bouwen, een ommuurd kasteel, omgeven door een gracht. Een leger van Karel V, onder aanvoering van Georg Schenk van Toutenburg, wist Genemuiden al 1 jaar later te bevrijden. Daarmee was de rol van Karel van Gelre in het Oversticht voorgoed uitgespeeld.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog koos de bezetting van kasteel het Blokhuis de kant van de Spanjaarden. Lang duurde dat niet: staatsgezinde burgers uit onder andere Deventer, Hasselt, Kampen en Zwolle bestormden het kasteel. Om te voorkomen dat het Blokhuis opnieuw een rol zou gaan spelen, werd het in 1584 afgebroken.