De legendarische koning Odemarus

Van Odemarus, Othmar en Othmarsem

Tijd van Grieken en Romeinen

Voor sommigen een vaststaand feit, voor anderen een legendarische figuur uit de geschiedenis, maar om kort te zijn: koning Odemarus heeft nooit bestaan. De vraag dringt zich op hoe het komt dat deze naam toch veelvuldig in publicaties over Ootmarsum ten tonele wordt gevoerd. Het antwoord ligt besloten in het oud-archief van Ootmarsum, dat bewaard wordt in het gemeentehuis van Dinkelland, en wel in de zogenaamde "Statsrolle" van 1512-1710. Behalve allerlei besluiten bevat deze rol ook een aantal historische bijzonderheden, waaronder een beschrijving van de stichting van Ootmarsum.

De legende

De stadsrol verhaalt over een koning Richimer, een Frankische vorst die stierf in 113 na Chr. Zijn oudste zoon Odimarus volgde hem als koning op en zou 14 jaar geregeerd hebben. Hij sloot overeenkomsten met de Romeinen en Galliërs en bouwde tot eer en sieraad van zijn rijk veel steden en burchten. Een vooraanstaand priester en overste in zijn rijk was Vechtan, die in het 5de jaar van de regering van Odimarus verdronk in een klein watertje, dat naar hem de Vecht is genoemd. Op de plaats waar Vechtan begraven werd, bouwde Odimarus een stad, die hij naar zich zelf "Odemarsheim" noemde. Odimarus zou in 127 na Chr. zijn gestorven en in Ootmarsum begraven zijn.

Klakkeloos overgenomen

De auteur van dit tot de verbeelding sprekende vertelsel was de abt van het Benedictijnenklooster Sponheim in Duitsland. Hij publiceerde omstreeks 1500 vele kronieken en historische beschrijvingen, onder meer over de Franken. Jaren later werd hij echter ontmaskerd als een fantast en geschiedvervalser. Naderhand gaf hij dit zelf ook toe: de genoemde personen had hij zelf verzonnen. Hoe zijn verhaal in Ootmarsum is terechtgekomen, is onbekend, maar het ging bij de stadsbestuurders een eigen leven leiden. Er werd later een straat naar hem genoemd en in het vroegere gemeentehuis van Ootmarsum kwam een schilderij van koning Odemarus te hangen.
Een ander verhaal is van Picardt, een Drentse predikant uit de 17de eeuw. Hij vertelt in zijn Antiquiteiten ook over Odimaro, die in een gewelfd graf begraven was. Op deze plaats zou naderhand een kerkje gebouwd zijn en ontstond Ootmarsum. Onder de drempel van dit gebouwtje lag het grafgewelf van Odimarus, aldus Picardt. Beide verhalen zijn echter legenden en missen elke historische grond.

Betekenis van Ootmarsum

De vraag naar de betekenis of herkomst van de naam Ootmarsum kan op verschillende manieren beantwoord worden. In het algemeen geldt dat de vorm van de oudste vermeldingen (Odemarus, Othmarshem) meer inzicht in de oorsprong van een naam geeft dan de huidige variant, die vaak een verbastering is. De lettergreep ode of oot kan betekenen onbebouwd woest land of wilde haver; marus kan zijn vermaard, terwijl mars de benaming is voor moerassige grond, nat weiland.
Othmar zou kunnen duiden op een Frankisch-Germaanse naam met verschillende betekenissen. Het eerste deel Oth kan erfgoed betekenen en het tweede deel mar beroemd. In de Middeleeuwen zijn veel personen te vinden met de voornaam Othmar, onder anderen een abt van het klooster St. Gallen en een Arabische emir in 725. Denkbaar is dat in de omgeving van de huidige buurschap Oud-Ootmarsum een grondbezitter Othmar heette, naar wie de streek vernoemd werd. Toen rondom het eerste kerkje een nederzetting groeide, kreeg deze de naam van Ootmarsum en het eerder zo genoemde gebied de naam Oud-Ootmarsum.