Ontwikkeling van het landschap

Van heidegrond tot landbouwgrond

Tijd van burgers en stoommachines

In de 19e eeuw is er in Drenthe heel veel heide. De mensen vinden heide maar nutteloze grond. Je kunt er beter landbouwgrond van maken, dan verdien je er nog wat mee. Daarom willen de mensen de heide ontginnen. Met ontginnen bedoelen we dat het land geschikt wordt gemaakt voor de landbouw. Dat gebeurt in die tijd erg veel in Drenthe.

Schaapskuddes

Toch heeft de heide ook een belangrijke functie. Op de heide grazen kuddes schapen. De mest van schapen wordt gebruikt in de landbouw. Door de mest groeien de planten en sneller. Aan het begin van de 19e eeuw zijn er meer dan 30.000 schapen in Drenthe. Ook zijn veel mensen schaapherder van beroep.

Kunstmest

Door de uitvinding van kunstmest wordt de mest van de schapenkuddes overbodig. Ook de heide is niet meer nodig. Grote heidegebieden worden nu landbouwgrond. Soms is de grond niet geschikt voor landbouw. Dan wordt er een productiebos aangelegd. De mensen verdienen geld door hout te verkopen.

Maatschappij van Weldadigheid

De Maatschappij van Weldadigheid brengt in de 19e eeuw arme mensen uit de stad naar Drenthe. Hier krijgen zij de kans om een nieuw bestaan op te bouwen als boer. Ze krijgen een huisje met een stukje land. Dat land moeten de nieuwe boeren ontginnen en gebruiken als landbouwgrond.

De crisis van de jaren '30

Vanaf 1931 is er een economische crisis in Nederland. Heel veel mensen hebben geen werk (zie canon Armenwerkhuizen). Gelukkig willen de hulporganisaties ze helpen. De werkelozen krijgen werk aangeboden. Ze gaan woeste gronden in Drenthe ontginnen. Zo verdwijnt er steeds meer heide in Drenthe. Het landschap verandert enorm. In plaats van heide zie je nu vooral weilanden en bos.

Noordenveld

In de gemeente Noordenveld ontstaan door de ontginning verschillende dorpjes. Bijvoorbeeld Nieuw-Roden, Roderesch en Altena. Veenhuizen is eerst een boerendorpje maar groeit door de komst van de arme mensen uit de steden.