De tapijtindustrie van Genemuiden

Van mattenramen naar machines

Tijd van wereldoorlogen

Genemuiden is dé tapijtstad van Nederland. 60% van de kamerbrede tapijten die in ons land worden gemaakt, komt hier vandaan. De bedrijven exporteren tapijten naar alle werelddelen. De ‒ vaak valse ‒ romantiek uit het verleden van de mattenmakerijen bij de inwoners thuis, heeft plaats gemaakt voor de hightechindustrie van tapijten van synthetische garens in fabrieken op industrieterreinen.
In 1925 kreeg Genemuiden zijn eerste machinale kokosweverij. Dat was mogelijk geworden door de introductie van kokosgarens tijdens de jaren van de Eerste Wereldoorlog (1914‒1918). Hiermee was het lot van de biezenmatten bezegeld. Het had grote gevolgen voor de Genemuidenaren: velen verruilden hun eenvoudige boerenbedrijf voor het werken in de tapijtindustrie.

Een luxeproduct

De tapijtindustrie van Genemuiden heeft een voorgeschiedenis van honderden jaren, waarbij fabrikanten en arbeiders voortdurend inspeelden op de nieuwste ontwikkelingen van de productiewijze en de gebruikte materialen. En op de veranderende vraag van de kopers niet te vergeten. De vloeren in arbeiderswoningen of in eenvoudige boerenbehuizingen waren voor de 20ste eeuw meestal van leem, steen of hout, zonder enige isolatie. Het was er koud en onzindelijk. De Nederlandse schrijver Querido beschreef in 1912 wat je op een vloer in zo'n woning kon aantreffen: "Al de schillen en beenen, maandenlang opgespaard, bleven er liggen rotten (...). De vloer was onzichtbaar, want bedekt met een weke korst van jarenlang platgetrapt vuil." Pas na het groeien van de welvaart in de 20ste eeuw, kon ook "de gewone man" zich de luxe van een hoogwaardige vloerbedekking veroorloven.

De matten krijgen kleur

De biezenmatten die eeuwenlang op mattenramen in de woningen van boeren en arbeiders werden gemaakt, waren zeer eenvoudig. Rolmatten waren het, hooguit met een eenvoudig motief in het weefsel. Soms werden er ter versiering geverfde biezen in verwerkt. In 1910 kwam daar verandering in door de komst van vlecht- of naaimatten. Door de biezen tot strengen te vlechten konden de mattenmakers producten maken met gevarieerde motieven. Zo maakten ze onder andere karpetten, lopers, wc-matten en de beroemde Genemuider blokmat. Dat gebeurde zowel thuis als in werkplaatsen.
Toen ging het snel. Twee ondernemende Genemuidenaren, de gebroeders Jan en Johannes Mateboer, zagen al snel de grote mogelijkheden van een nieuw materiaal: kokosgarens.
De gebroeders hadden in een fabriekje in Zwartsluis al ervaring opgedaan met deze uit de Brits-Indië geïmporteerde garens. In een schuur aan de Achterweg vervaardigden ze omstreeks 1920 als één van de eersten in Genemuiden kokosmatten met behulp van handmatig bediende houten weefgetouwen.
Klaas Fuite, een andere ondernemer uit Genemuiden, zette de volgende stap. Met drie machines, gekocht van een failliete textielfabriek, begon hij in 1925 machinaal matten, lopers en tapijten van kokos te maken. Hij gaf zijn producten fijnzinnige patronen in alle gewenste kleuren. Veel Genemuider ondernemers volgden hem na. De kokosindustrie groeide vooral na de Tweede Wereldoorlog razendsnel. In 1950 waren er al 39 grote en kleine kokosfabrieken in de stad.

Iedereen wil een zacht kamerbreed tapijt

In de jaren vijftig en zestig vonden kort na elkaar twee nieuwe revoluties plaats. Moderne machines waren in staat kamerbrede tapijten van kokos of sisal te weven en enkele jaren later zette de introductie van de synthetische garens nylon en propyleen niet alleen de textielindustrie op zijn kop, maar ook de tapijtindustrie.
Mede door de stijgende welvaart groeide de vraag naar zachte vloerbedekking. De eerste tuftingmachine, een soort reusachtige naaimachine met honderden naalden, kwam in 1967. Begin jaren tachtig produceerden de Genemuider tapijtfabrieken al 23.000.000 m² tapijt. Door schaalvergroting is het aantal bedrijven de laatste jaren sterk teruggelopen, maar de productie is aanzienlijk gestegen. Tegenwoordig maken ze per jaar meer dan 125.000.000 m² tapijt van nylon, polypropyleen of wol. Een nieuw product is kunstgras voor bijvoorbeeld tuinen en hockey- en voetbalvelden.