De zogenaamde Latijnse School

Bescherming van een monumentale stad

Tijd van televisie en computers

Het pand aan het Kerkplein met de mooie renaissance-trapgevel, kruiskozijnen en stoeppalen wordt nogal eens de Latijnse School genoemd. Deze benaming is echter niet juist. In 1627 is het namelijk gebouwd als woonhuis voor stadssecretaris Johannes Lemker.

Lemkerhuis

De verwarring over de naam is wellicht ontstaan doordat het pand eind 18de eeuw werd ingericht tot Franse kostschool. Vollenhovenaren zeggen dan ook "Franse school". Hoewel dat beter is, zou de correcte naam Lemkerhuis zijn. In de gevel zat vroeger een steen met de afbeelding van een lam; het embleem van de familie Lemker. Het Lemkerhuis is het eerste gebouw in de stad dat is gerestaureerd. De restauratie, die plaatsvond tijdens de Eerste Wereldoorlog, heeft het huis zijn oorspronkelijke topgevel teruggegeven. Door het misverstand over zijn geschiedenis kreeg het Lemkerhuis daarbij ten onrechte een bekroning met het stadswapen.

Architectuur

Tot het begin van de 19de eeuw bood Vollenhove met zijn directe omgeving een staalkaart van 600 jaar bouwkunst van buitengewoon hoge kwaliteit. Wie van landzijde de stad naderde, passeerde aan de linkerhand eerst de havezate Tweenijenhuizen. Dit middeleeuwse huis was rond 1775 naar de mode en smaak van de tijd herbouwd. Twee bouwhuizen flankeerden links en rechts een plein voor het huis. Daar kwam een allee op uit die zijn verdwijnpunt in zee had. De strakke symmetrie werd achter het huis doorbroken met een tuin in Engelse landschapsstijl; een vroeg voorbeeld van deze modieuze vorm van tuinaanleg. Verder richting de stad lag de havezate Rollecate, een zuiver classicistisch ontwerp uit 1654 van de vermaarde Amsterdamse architect Philips Vingboons. Het huis was geheel omgracht en straalde de grandeur uit die paste bij de bewoner, de toenmalige drost Johan van Isselmuden. Vanaf dit huis liep eveneens een allee met de zichtas naar zee. Meteen hierna doemden de torens op van de Toutenburg. Dit kasteel werd gebouwd in 1524-1531. De vorm was ouderwets, die van een middeleeuws kasteel, maar de ornamentiek in renaissancestijl was voor zijn tijd ongezien modern.

Stadssilhouet

Vanaf zee domineerde de robuuste middeleeuwse donjon van het Oldehuis het stadssilhouet. Sinds de stichting van het kasteel was voortdurend aan het burchtcomplex gewerkt. De grootste omvang werd bereikt na de bouw van een voorburcht aan de kust. Pal naast de burcht rezen de twee hallen van de laatgotische Grote Kerk op. De glas-in-loodramen geven het forse gebouw een verrassend grote lichtheid. De donjon en de kerk waren voor zeevarenden een belangrijk herkenningspunt op de Oostwal. De toren van de Kleine Kerk werd pas een oriëntatiepunt nadat er in de 19de eeuw een verhoging met een koepel op was gezet en het Oldehuis was afgebroken. Met enige moeite was vanaf het water ook de zijtrapgevel van het elegante stadhuis uit 1621 te zien. Met zijn open galerij met Toscaanse zuilen over de volle gevellengte en rijk versierde balkon erboven, drukte het raadhuis op voortreffelijke wijze het stedelijk zelfbewustzijn uit. Het is een juweeltje van renaissance-architectuur.

Overblijfselen

Van deze indrukwekkende bouwwerken zijn de meeste inmiddels afgebroken: de Toutenburg (eind 18de-begin 19de eeuw), de Rollecate (1821), het Oldehuis (1854) en Tweenijenhuizen (1882). In de stad sneuvelden zeven van de dertien havezaten, en ook de Bent- en Landpoort werden gesloopt. Pas na de sanering van de vissersbuurt na de Tweede Wereldoorlog was de sloopwoede eindelijk uitgeraasd. Wat domweg overeind was blijven staan, kreeg in 1982 de status van beschermd stadsgezicht. De ruimtelijke structuur van de oude binnenstad was ondanks alles gaaf intact. De stad telt momenteel 53 objecten op de rijksmonumentenlijst, het ambt vijftien.
Tot na de Tweede Wereldoorlog heeft de zogenoemde Latijnse School, in combinatie met het pand rechts ernaast, zijn schoolfunctie behouden. Daarna deed het een tijdlang dienst als openbare bibliotheek en is het particulier verhuurd geweest. Het pand is sinds 1992 eigendom van de Vereniging Hendrick de Keyser.