Villa Rams Woerthe

Regiokunst

Tijd van burgers en stoommachines

Aan de rand van het stadscentrum van Steenwijk staat in een parkachtige omgeving een bijzonder pand: villa Rams Woerthe. Het gebouw is ontworpen en gebouwd in 1899 naar een ontwerp van de architect A.D.N. van Gendt (1870-1932). De vormgeving van het interieur is van de hand van J.T.J. Cuypers (1861-1949), in opdracht van houtindustrieel Jan Hendrik Tromp Meesters. Hij was een notabele van Steenwijk en een voorbeeld van de nouveau riche tijdens de industrialisatie. Met een fortuin verdiend in de houthandel, bekleedde hij een vooraanstaande positie in Steenwijk en genoot hij een wooncomfort dat in de arbeiderswoningen ver te zoeken was.

Jugendstil

Rams Woerthe in Steenwijk is een prominent voorbeeld van de Jugendstil, maar niet stijlzuiver. Het gebouw is zowel aan de buiten- als aan de binnenzijde vormgegeven in de stijl van het eclecticisme, dat wil zeggen dat elementen van oudere stijlen zijn gekozen en samengebracht in een nieuw ontwerp. Het geheel is echter zo dominant aangevuld met elementen van de Jugendstil, dat ze het huis het karakter van deze moderne stijl geven. Aan het einde van de 19de eeuw ging de aandacht van de kunstenaars meer uit naar het uitdrukken van gevoel, sfeer en schoonheid (expressionisme). Het afbeelden van de werkelijkheid werd immers door de fotografie overgenomen. De weergave van schoonheid, huiselijkheid en geborgenheid werd aan de kunsten overgelaten. De architectuur en de inrichting binnenshuis werden esthetisch op elkaar afgestemd. Binnen dit kader kwam de Jugendstil als stroming op in het begin van de 20ste eeuw.

Rijk versierd

De villa is aan de buitenzijde rijk versierd met kunstsmeedijzerwerk in de karakteristieke gebogen lijnen en plantenmotieven van de Jugendstil. Ook het torentje, ontleend aan de Engelse landhuisstijl, is kenmerkend voor deze bouwstijl. De verheerlijking van de natuur en het plattelandsleven vinden we in de villa onder andere terug in wandschilderingen uit 1905 van Co Breman (1865-1935). Het zaaien, maaien en oogsten zijn typerende onderwerpen voor de Jugendstil, evenals de knop- en bloemstileringen in de randmotieven aan de leuningen van de trap en op de deuren. Het glas-in-loodraam (4,50 m x 2,25 m) in de trapopgang is ontworpen door de Delftse kunstenaar Adolf le Comte (1850-1921). Een ander glas-inloodraam bevindt zich in één van de vertrekken op de eerste verdieping. Het is in 1926 ontworpen en uitgevoerd door de glazenier Willem Bogtman (1882-1955).

Hildo Krop

In het gebouw is tegenwoordig een permanente expositie ingericht van het werk van Hildo Krop (1884-1970). Krop was een geboren Steenwijker, maar maakte naam als stadsbeeldhouwer van Amsterdam. Hij werkte veel samen met architecten van de Amsterdamse School en later met die van de Nieuwe Zakelijkheid, een stroming waarvan de aanhangers vonden dat de vorm van voorwerpen in overeenstemming moest zijn met het beoogde gebruik. Krops werk was veelzijdig. Zowel muurreliëfs als vrijstaande beelden kwamen uit zijn atelier. Daarnaast schilderde hij, ontwierp hij aardewerk voor de Eerste Steenwijker Kunst Aardewerk Fabriek (ESKAF) en maakte hij maskers voor diverse toneelvoorstellingen.

Na de Tweede Wereldoorlog verlegde het domein van de kunst zich van de binnenkamer, om rijkdom te tonen, naar de straat, om een plaats of herinnering te markeren. In de gemeente Steenwijkerland staan meer dan 70 buitenbeelden, bedoeld als geschenk aan de bevolking. Zo schonk de voormalige gemeente IJsselham (opgeheven in 2001) het beeld Staande Otters van Karel Gomes (1930) in de woonwijk de Kolk in Scheerwolde.