In 1958 figureerden Giethoorn en omgeving als het dorp Lagerwiede in een film over het plaatselijk fanfarecorps Kunst en Vriendschap, dat een muziekconcours wil winnen. Tijdens de repetities voor het concours valt het corps door ruzie in twee kampen uiteen, die daarna elk voor zich de bokaal proberen te veroveren. Fanfare werd één van de populairste en best geslaagde komediefilms van Nederlandse makelij en trok jong en oud naar de bioscoop. Tegelijk was deze eerste speelfilm van Bert Haanstra voor velen een eerste kennismaking met de stilte en ongerepte schoonheid van de Kop van Overijssel.
Opkomst van toerisme
Rond 1900 was het prachtige Giethoorn - het Venetië van het Noorden - nog vrij onbekend. Het fraaie land van biezen, riet, kraggen en driftland lag geïsoleerd en werd vooral bezocht door pioniers met bokken, vlotten, punters en andere bootjes. Ze kwamen via Zwartsluis, Meppel en Steenwijk het gebied binnen. Pas vanaf de jaren '30 van de 20ste eeuw kwam het toerisme langzaam maar zeker op gang. De eerste vakantiegangers gingen "De Kop" ontdekken. Hun aantal zou sinds de realisatie van de film Fanfare steeds sneller groeien!
Natuur- en cultuurschoon
De Kop van Overijssel is een land van grote schoonheid. Naast het kleinschalige coulissenlandschap op de wat hoger gelegen delen ligt hier het grootste aaneengesloten laagveenmoerasgebied van West-Europa. Weidse polderlandschappen, heide- en jonge ontginningsgebieden, landgoederen en fraaie houtwallen completeren het veelkleurige natuurpalet. Nergens zijn al die landschapstypen zo dicht bij elkaar te vinden. De plattelandsregio kent naast toeristisch-recreatieve concentratiepunten als Giethoorn, Blokzijl, Vollenhove en Steenwijk veel rustieke plekjes.
Nationaal Park
De Kop van Overijssel wordt tegenwoordig aangeduid als WaterReijk Weerribben-Wieden, een vier-seizoenen-product van allure. Het merk verwijst naar het Nationaal Park Weerribben-Wieden, prominent onderdeel van deze plattelandsregio. Een paradijselijk mooi stukje Nederland dat voor een groot deel wordt beheerd door Staatsbosbeheer (Weerribben) en Natuurmonumenten (Wieden). Via de "poorten" Blokzijl, Steenwijk en Zwartsluis komen rond de miljoen recreanten en toeristen van over de hele wereld jaarlijks het gebied binnen om van de natuur, cultuur en accommodaties te genieten.
Eden award
In het toeristisch-recreatief beleid voor het gebied staan
duurzaamheid, schone lucht, gastvriendelijkheid en maatschappelijk
verantwoord ondernemen centraal. Zo worden in de restaurants en
hotels steeds meer (biologische) streekproducten geserveerd.
WaterReijk Weerribben-Wieden won in 2010 de Eden-award als
meest duurzame regio van Nederland. Ook sleepte het de Milieu-
& Toerismeprijs in de wacht en is het uitverkoren tot
strategisch groengebied en gidsgebied voor plattelandsvernieuwing.
Giethoorn werd door lezers van het blad De Kampioen (ANWB)
verkozen tot "mooiste dorp van Overijssel". Het gebied maakt deel
uit van het grensoverschrijdende Saxonia (Vrijstaat voor
Genieters), een toeristisch-recreatief samenwerkingsverband tussen
Zuidoost-Fryslân (De Stellingwerven), Zuidwest-Drenthe (met de
Koloniën van Weldadigheid) en de Kop (WaterReijk
Weerribben-Wieden).
Mogelijk blijkt de samensmelting van de twee natuurgebieden Wieden
en Weerribben tot één nationaal park in 2009 even profijtelijk als
de samenwerking tussen beide fanfarekorpsen in Giethoorn, die door
niet langer hun eigen partij te blazen maar samen te spelen de
eerste prijs wonnen op het concours.