Harmonie Caecilia

Culturele verenigingen

Tijd van burgers en stoommachines

Muziek speelt een belangrijke rol in het gemeenschapsleven van een stad. In Ootmarsum brengt Harmonie Caecilia met regelmaat muzikale glans bij droeve en blijde gebeurtenissen. Caecilia, opgericht als fanfare in 1873, werd later een harmonie en werd in de jaren vijftig uitgebreid met een drumband. Harmonie Caecilia is daarmee de oudste nog bestaande culturele vereniging van Ootmarsum. Dat er serieus geoefend werd, bleek in 1900, toen het fanfarecorps Caecilia op een concours in Zeist de eerste prijs won.

Geziene gast

Het hoogtepunt in het bestaan was het "Groot Nationaal Federatief Muziekconcours", van 27 tot 29 augustus 1948, dat werd georganiseerd ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum. Er werd door maar liefst 35 korpsen uit het hele land aan deelgenomen. Ter gelegenheid van dit concours werden er extra busdiensten ingezet van en naar Ootmarsum. Bij deze gelegenheid schreef burgemeester H.F.M. baron Schimmelpenninck van der Oye: "Caecilia heeft gedurende vele jaren steeds getracht om met haar muziek vele mooie ogenblikken van 's mensens loopbaan op te vrolijken en meer glans te geven; ik denk aan Aubades bij huwelijken, bij terugkeer van hen die voor ons vaderland uitgingen naar verre oorden, bij blijde intochten en zo veel meer gebeurtenissen". Hiermee gaf hij goed het sociale belang van de vereniging aan. Vele sportploegen en sporters zijn door de harmonie in de loop der jaren triomfantelijk Ootmarsum binnengevoerd. Neomisten (pasgewijde priesters) werden vanaf de parochiegrens feestelijk ingehaald met voorop Harmonie Caecilia, gevolgd door een afvaardiging van elke vereniging, gekleed in officieel tenue. Ook de jaarlijkse dodenherdenking wordt met stemmige muziek begeleid. Gebeurtenissen als Sinterklaas en Koninginnedag worden steevast door Caecilia opgeluisterd. De harmonie heeft niet alleen een culturele taak in de stad zelf, maar ook in de buurschappen Klein en Groot Agelo, Nutter, Oud Ootmarsum, Hezingen, Springendal en zelfs bij grote evenementen in Lattrop en Tilligte. Op Schuttersfeesten in Duitsland net over de grens was en is zij een graag geziene gast. Eens in de 10 jaar wordt ook medewerking verleend aan de Twentsche Processie naar Kevelaer.

"U maakt mij ziek"

De harmonie heeft nogal wat moeilijkheden gekend bij het zoeken naar behoorlijke repeteerruimte. De vereniging had heel wat onderkomens: bioscoop Odemarus, cichoreifabriek Bloemen, kapper Toet, café Luttikhuis, theehuisje Engels' Tuin, Twentsche Damast, werkplaats Buijvoets, kantine confectie Blom-Hemolux en de huishoudschool. Gelukkig is dat de laatste jaren beter geregeld. Gezien hun soms lange staat van dienst, hebben de dirigenten van Caecilia het kennelijk wel naar hun zin in Ootmarsum. Naoorlogse dirigenten zijn: Latenstein, Ter Borg, Schreurs, Borkent, Riesmeijer, Jager en Geuke. Van eerstgenoemde is de historische opmerking tegen een muzikant: "Mijnheer Gij maakt geen muziek, maar mij ziek"! De naam Marinus Heesink is onlosmakelijk verbonden met harmonie Caecilia. Hij speelde trombone, maar was daarnaast van 1937 tot 1964 voorzitter. Zoon Joop volgde hem op en samen trokken zij dus meer dan een halve eeuw de "voorzitterskar". Dat Caecilia nog steeds een bloeiende vereniging is blijkt uit het grote aantal leden en de vele keren dat zij gebeurtenissen muzikale luister bijzet.

Bloeiend cultureel leven

Naast Harmonie Caecilia waren er in de stad diverse andere culturele verenigingen. Begin 20ste eeuw telde Ootmarsum twee actieve toneelverenigingen: Justus van Maurik en Ernst en Luym. In de jaren dertig werden verschillende zangverenigingen opgericht, zoals Bene Cantate en Looft Den Heer. De Ootmarsumse Boerendansers dragen vanaf 1936 tot op heden als ambassadeurs van Ootmarsum de oude folklore uit. Na de oorlog ontstonden tal van nieuwe verenigingen. Nog steeds is er sprake van een bloeiend cultureel leven in Ootmarsum.