Sint-Paulusgasthuis

Met liefdadigheid eerder in de hemel

Tijd van steden en staten

In de middeleeuwen was er een groot verschil tussen arme en rijke mensen. De priester in de kerk vertelde mensen dat het een plicht was om elkaar te helpen. Dat heet naastenliefde. Rijke mensen schonken geld, huizen of spullen aan arme mensen. Daarmee hielpen ze hen. Maar het was niet alleen om de hulp. Als je goed was voor andere mensen kwam je eerder in de hemel. In Sint-Oedenrode staat een rijtje huisjes voor arme vrouwen. Wat waren dat voor huisjes?

Het Sint-Paulusgasthuis

Jan die Swert en zijn vrouw Jutte van Erp waren oud. Ze hadden geen kinderen, maar wel veel geld. Voor wie was het geld na hun dood? Ze besloten een deel van hun bezit te schenken aan een goed doel. Ze wilden een gasthuis voor zeven arme vrouwen. Die mochten daar wonen als ze zich netjes gedroegen. In 1433 ging Jutte van Erp dood. Het gasthuis werd gebouwd.

Wat gebeurde er in een gasthuis?

In een gasthuis werden arme mensen geholpen. Ze konden er wonen. Soms werden ze er ook verzorgd en verpleegd. Dat noem je armenzorg.

Eerder in de hemel

Jutte van Erp kwam uit een belangrijke familie in Erp, Sint-Oedenrode en Veghel. Haar familie had veel land en boerderijen. Rijke families gaven geld voor naastenliefde. Je noemt dat barmhartigheid. Dat betekent dat je mensen helpt die het moeilijk hebben. Mensen dachten dat je door barmhartigheid na je dood eerder in de hemel kwam.

Betaling zonder geld

Na de dood van Jutte van Erp was er geld om het Sint-Paulusgasthuis te bouwen. Maar waar moest het geld vandaan komen om de arme vrouwen te helpen, nadat het gasthuis gebouwd was? Dat kwam van een boerderij in Boskant, de Sint-Paulusgasthuishoeve. De boer gaf de arme vrouwen wat zij nodig hadden om te eten en te leven: rogge, boekweit, takkenbossen, heiturf en olie. Hij betaalde dus zonder geld! Pas veel later kregen de arme vrouwen betaald met geld.

Van 7 naar 13 vrouwen

In 1744 bouwde het dorpsbestuur van Sint-Oedenrode zes extra huisjes. Toen woonden er 13 arme vrouwen in het Sint-Paulusgasthuis. Maar de vrouwen in deze nieuwe huisjes kregen geen spullen of geld van de Sint-Paulusgasthuishoeve. Ze mochten er alleen gratis wonen.

Van gasthuis tot museum

Het Sint-Paulusgasthuis bleef heel lang in gebruik. Pas in 1966 was het gasthuis niet meer nodig. Er waren intussen meer sociale voorzieningen voor armen en ouderen. Het gasthuis werd opgeheven. In 1971 vertrok de laatste bewoonster. Nu zijn de huisjes een museum van Brabantse poffers en mutsen.