Maandagse eiermarkt

De markten van Heino

Tijd van wereldoorlogen

In de streek rond Heino waren veel kleine boerderijen die een karig bestaan opleverden. Vrijwel iedereen had kippen, die vrijwel kosteloos hun kostje opscharrelden. De opbrengst van de relatief dure eieren op de eiermarkt leverden een welkome aanvulling op van het huishoudbudget. Door de honderden bezoekers van de markt deden de cafés en winkeliers goede zaken.

Waar boeren zijn, zijn markten, vaak al eeuwenlang. Maar de markt in Heino, die elke maandagmorgen op het Marktplein wordt gehouden, heeft een heel ander karakter dan de boerenmarkten van vroeger. Nu een veelheid aan producten, toen merendeels een aanbod van alles wat een boerderij maar opbracht of wat een boer wilde verhandelen: boter, kaas, eieren en verschillende soorten vee. Voor veel boeren waren de markten een noodzakelijke bron van inkomsten, zeker na de landbouwcrisis aan het eind van de 19de eeuw. De akkerbouw was hier de belangrijkste inkomensbron. Maar als gevolg van de landbouwcrisis (1878-1895), veroorzaakt door goedkoop graan uit Amerika, werden de graanprijzen lager en daarmee ook de inkomsten van de boeren.

Van oudsher gingen de boeren van Heino naar de wekelijkse markt van Raalte. Ook bezochten ze de groots opgezette jaarmarkten in onder meer Raalte, Ommen en Zwolle. Deze markten trokken bezoekers van heinde en ver. Ze boden het publiek naast de levendige handel veel spektakel met kermissen, volksspelen of andere vermakelijkheden. Veel neringdoenden in die plaatsen deden goede zaken.

Heino wilde niet achterblijven en kreeg eind 19de eeuw een eigen najaars-veemarkt. Een commissie van landbouwtentoonstellingen nam in 1883 met steun van het gemeentebestuur daartoe het initiatief. Deze markt, elk jaar gehouden op de derde donderdag van oktober, werd direct al een succes. Er was een aanvoer van 200 stuks vee, meest rundvee, dat tegen een goede prijs werd verkocht. Het vee werd daarbij aan hekwerk bij de Nederlands Hervormde Kerk geplaatst. De aanvoer was het volgend jaar al 300 stuks. In 1890 werd er een voorjaarsmarkt op de derde donderdag van april aan toegevoegd. Markt en kermis waren in Heino overigens altijd van elkaar gescheiden. Vanaf 1834 vond de kermis plaats op de eerste dinsdag in september. Vóór die tijd werd de kermis altijd op een zondag gehouden. Vermoedelijk door strengere regels van de kerk mocht dat na dat jaar niet meer.

Na 1900 werden er meer eieren voor de verkoop geproduceerd. Op vrijwel alle boerderijen liepen wel zo'n vijftig tot honderd los rond. Deze kostten weinig. Met een klein beetje haver en wat afval scharrelden ze hun kostje bij elkaar. De kuikens werden door een kloek (een broedkip) uitgebroed. De eieren en overtollige jonge haantjes vormden een belangrijke regelmatige bron van inkomsten voor het huishoudbudget. De eieren waren namelijk relatief duur: ongeveer f 6,‒ per 100 eieren.

Een groot deel van de eieren op de Raalter markt kwam van de Heinose boeren. Tot 1925: toen kreeg Heino een eigen weekmarkt. Deze werd op maandagmorgen gehouden, omdat de eierhandelaren op andere dagen al op andere markten stonden. Ook varkens, pluimvee en andere landbouwproducten mochten aangevoerd worden. Op de eerste marktdag op 22 maart 1925 werden er al 60.000 eieren, 210 varkens en 15 pond boter aangevoerd. In de daarop volgende jaren was de aanvoer gemiddeld 136.000 eieren, 204 biggen, 30 grotere varkens, 455 stuks pluimvee en 20 kg boter. Er stonden meestal ook een 15-tal marktkramen. De weekmarkt was zo'n succes dat de ruimte al snel te krap was. In 1926 werd er daarom 23 are grond van de Nederlands Hervormde Kerk bijgehuurd en bestraat voor de markt. Zo is het Marktplein van Heino ontstaan.

Het was op maandagmorgen een hele drukte in het dorp. Alleen al bij café Blom werden 40 à 50 paarden gestald. De vette varkens werden in de doorrijschuur van café Van Rijssen gewogen en net als de kippen bij veehandelaar Jan Neppelenbroek (Dorpsstraat 6) afgeleverd. De eieren werden in kleine en grote manden aangevoerd, ook uit omliggende plaatsen. De handelaren liepen tussen twee rijen schragen door, waarop de manden geplaatst waren. De afspraken met de verkopers werden op een briefje geschreven en in de manden gelegd. De eieren werden vervolgens in de schuur van onder andere café Blom en Geertman afgeleverd. De mannen gingen daarna naar het café, terwijl de vrouwen inkopen gingen doen. Vervolgens werden de boodschappen ingeladen en ging het volk met paard en wagen naar huis.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er geen handel. De bezetter vorderde algauw alle voedsel en verdeelde die door voedselbonnen. Na de oorlog nam het aantal kippen op de boerderijen enorm toe. De eieren werden voortaan door handelaren van de boerderijen gehaald. Daardoor was het met de eiermarkt afgelopen. De bedrijfsmatige kippenhouderij rond Heino is op een enkel slachtpluimveebedrijf na verdwenen. Er worden alleen nog wat hobbykippen gehouden en kippen voor scharreleieren. De kramenmarkt op maandagmorgen is tot op heden blijven bestaan.