Mooie manden

Mandenmakerijen

Tijd van steden en staten

Vlechten

"Ga door, wie achter is moet voor", rijmden de mandenmakers in Wijhe tijdens hun werk. Al in de Middeleeuwen werden er manden in Wijhe gevlochten. Vanaf het einde van 19de eeuw kwam er steeds meer vraag naar manden. In het dorp waren toen verschillende mandenmakerijen te vinden, zoals Witholt, de gebroeders Zwerus, Dekker, Kleinmeijer, Eiskink, Schuiling en Bennink en Huizendveld in Herxen.

Grienden

In de vochtige grienden langs de dijksloot in Wijhe groeiden veel wilgentenen. Deze werden door de mandenmakers gebruikt om mee te vlechten. Als de twijgen lang genoeg waren, werden ze in het najaar of in de winter afgesneden. Om de twijgen soepel te krijgen, weekten de mandenmakers ze een tijd in water.

Gebruik

De manden werden gebruikt om fruit, aardappels, vlees, vis en turf in te vervoeren. Manden uit Wijhe waren populair in het hele land. Treinen vol met vismanden vertrokken naar de visafslag in IJmuiden. In veel vleesfabrieken kon je ook manden uit Wijhe vinden. En de Groningse boeren gebruikten manden uit Wijhe voor de aardappeloogst.

Manden, stoelen en matten

Mandenmaker Bennink maakte ook wasmanden, fietsmanden, waskoffers en boodschappen‒manden. Deze werden vooral gekocht door mensen uit Wijhe en omgeving. De gebroeders Grouwstra hadden een andere specialiteit: zij vlochten sierlijke rieten stoelen. Vanaf 1930 maakten de mandenmakers ook matten. Deze werden gebruikt om de dijken te versterken.

Plastic

Aan het einde van de jaren zestig van de 20ste eeuw stopten veel mandenmakers. Door de uitvinding van plastic waren gevlochten manden niet langer nodig. Mensen gebruikten liever plastic kratten. In Wijhe herinneren de straatnamen De Grienden en de Mandenmakershoek nog aan de mandenvlechters van vroeger.