De Zwolse Courant

Krantenuitgeverij Tijl

Tijd van burgers en stoommachines

Martinus en Hendrik Tijl wisten moreel zeker dat zoo dra de Courant maar slegts een enkele duit verhoogt wierd in prijs, er dadelijk zoo veele zouden worden afgezegt, dat zij binnen weinige weken met het drukken en uitgeven (…) zich geheel genoodzaakt zijn uit[te]scheiden en de Courant die zij (…) nu met zware kosten en grote moeite hebben op den been gebragt, wederom zien te gronde gaan. [Stalknecht, H., "Met zeer zware kosten en onvermoeide werkzaamheid; de Zwolsche Courant 1795- 1813" in: Zwols Historisch Tijdschrift 1 (1991)].

De familie Tijl heeft bijna 200 jaar lang de Zwolse Courant uitgegeven. Martinus Tijl (1738-1825) vestigde zich in 1767 te Zwolle als boekhandelaar. Op verzoek van het stadsbestuur opende hij 9 jaar later ook een boekdrukkerij. Samen met zijn zoon Hendrik Tijl (1768-1820) gaf hij vanaf 1790 de Overijsselsche Courant uit, een gewestelijk weekblad. Het blad is de voorloper van wat zou uitgroeien tot de Zwolse Courant. Vader en zoon Tijl hadden de tijdsomstandigheden niet mee. Op 31 januari 1795 viel het Franse leger Zwolle binnen en in korte tijd moest het oude stadsbestuur plaatsmaken voor een revolutionair gezind nieuw bestuur, de Municipaliteit, dat de touwtjes vanaf het begin stevig in handen nam.

Het nieuwe stadsbestuur bemoeide zich meteen met de uitgave van de Overijsselsche Courant. Het blad kreeg vrijwel direct een ander uiterlijk: de revolutionaire leus "Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap" kwam in de kop van de krant te staan en ook de jaartelling werd aangepast. De lezers zullen verbaasd hebben opgemerkt dat de normale jaartelling was verdwenen. In plaats van 1795 stond er nu "Het eerste jaar der Bataafsche vrijheid". Ruim 4 maanden na de machtswisseling verbood het stadsbestuur de naam Overijsselsche Courant, zodat vader en zoon Tijl met grote tegenzin de naam veranderden in Zwolsche Courant. Het eerste nummer verscheen op 3 juni 1795.
De vrees voor abonneeverlies kwam niet uit. Omstreeks 1805 was het aantal geabonneerde lezers al gestegen tot omstreeks 1000. Toen ons land in 1810 bij het Franse keizerrijk werd ingelijfd, werden de teugels nog verder aangehaald: het landelijk bestuur schreef voor dat de berichten in de krant voortaan ook in het Frans moesten worden vertaald. En zo heette de Zwolsche Courant vanaf 1811 dus ook Gazette de Zwolle. Het aantal abonnees zakte tot 500, ook al omdat de krant in die jaren grotendeels was gevuld met nogal saaie mededelingen van het provinciaal bestuur (in die tijd geheten: Departement der monden van den IJssel).

Na het vertrek van de Fransen in november 1813 kon de redactie zich weer in vrijheid richten op de berichtgeving over Zwolle en Overijssel. De naam van de krant veranderde nogal eens. Van 1845 tot 1945 heette de krant Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant en vanaf 1972 eenvoudigweg Zwolse Courant. In 1988 kwam een einde aan bijna 2 eeuwen krantengeschiedenis onder de vlag van het bedrijf Tijl. De uitgeverij werd dat jaar overgenomen door Wegener. Deze uitgeverij veranderde in 2003 de naam Zwolse Courant in de Stentor.

De oprichter van de eerste Zwolse krant, Martinus Tijl, was ook uitgever van boeken. Daarmee stond hij in een lange Zwolse traditie. Door de eeuwen heen werden in de stad handschriften, boeken en kranten geproduceerd. De glorietijd begon aan het eind van de veertiende eeuw. Toen, in de tijd van de Moderne Devotie, stonden Zwolse kloosters en fraterhuizen bekend om hun fraai versierde handschriften. In die periode was er binnen en buiten de kloosters een grote behoefte aan godsdienstige werken.

Binnen de stadsmuren, in de Praubstraat, waren twee beroemde schrijfateliers: het Fraterhuis en het Domus Parva. Maar ook het Agnietenbergklooster en het klooster Windesheim produceerden handschriften. Van grote betekenis zijn onder andere de zogenoemde Sarijs-handschriften, een groep middeleeuwse getijden- en psalmenboeken die tussen 1475 en 1500 waarschijnlijk in het Fraterhuis is gemaakt. Stuk voor stuk zijn ze versierd met schitterende illustraties en miniaturen. Een deel van deze handschriften is nu in het bezit van het Historisch Centrum Overijssel.
De productie van handschriften bleef doorgaan tot de boekdrukkunst het monnikenwerk overbodig maakte. Al snel na het verschijnen van de eerste drukpers in Nederland in 1473, groeide Zwolle uit tot een belangrijk drukkerscentrum. Het oudst bekende in Zwolle uitgegeven boek dateert van 1477. Het is een Prognosticatie, dat wil zeggen een boek met voorspellingen voor het volgende jaar. Het werd uitgegeven door de priester Johannes van Vollenhoe in het Fraterhuis. Tussen 1501 en 1510 werden in Zwolle minstens 65 verschillende, veelal religieuze boeken gedrukt. Daarmee was Zwolle, wat de boekproductie betreft, de derde stad van de Lage Landen. De belangrijkste drukker was Peter van Os.

In latere eeuwen ontstonden in Zwolle een aantal grote uitgeverijen en drukkerijen. In 1838 begon de familie Tjeenk Willink met een uitgeverij en drukkerij. Dit bedrijf ging in 1968 samen met Kluwer. In 1836 ging Jan Marten Willem Waanders van start met een bescheiden drukkerij, boekbinderij en uitgeverij. Het tegenwoordige bedrijf Waanders wijst op internet met gevoel voor historie op zijn oude Zwolse wortels: "Waanders, Uitgevers, drukkers en boekverkopers sinds 1836".