Lanceerbasis V2-raketten

Tweede Wereldoorlog

Tijd van wereldoorlogen

De gang van zaken tijdens de Tweede Wereldoorlog in Dalfsen week niet veel af van de situatie in andere plattelandsgemeenten. De Dalfsenaren kregen net als iedereen te maken met vrijheidsbeperkende maatregelen, schaarste van goederenen arbeidsinzet. Alleen de heftigheid van de luchtoorlog is een facet dat in het bijzonder opvalt. In de eerste plaats zijn er de gevolgen van de gevechten tussen de luchtstrijdkrachten van Nazi-Duitsland en van de geallieerden. Niet minder dan acht geallieerde vliegtuigen zijn hier tussen 22 januari 1942 en 3 februari 1945 neergestort. Hierbij zijn 25 Engelse, Amerikaanse, Australische en Canadese vliegers plus een Belgische vlieger gesneuveld. Op de begraafplaats aan de Ruitenborghstraat werden ze begraven. Negentien vliegers zijn aan hun parachute hier geland, van wie er vijf door de Duitse bezetter zijn gevangengenomen; de overige veertien zijn daaraan ontkomen omdat moedige Dalfsenaren ze met gevaar voor eigen leven hebben geholpen te ontsnappen. In de late avond van 23 september 1944 ontkwam Dalfsen ternauwernood aan een ramp toen een brandende onbestuurde Engelse zware Lancaster bommenwerper laag over het dorp vloog, maar net buiten de bebouwde kom aan de Welsummerweg neerstortte. Eén van de vier motoren brak van een vleugel af en kwam naast de R.K. school neer.

V2 raketten

Het meest opvallende aan de luchtoorlog was het feit dat Dalfsen één van de zes gemeenten in ons land was van waaruit de Duitse bezetter tussen begin september 1944 en eind maart 1945 de beruchte V2-raket heeft gelanceerd. De V2 was de eerste (ballistische) raket, die werd aangedreven door een motor die als brandstof vloeibare zuurstof gemengd met methylalcohol had. De raket vervoerde een lading van ongeveer 850 kg springstof (amatol). De V2 bereikte een snelheid van ruim 5.000 km per uur, een hoogte van 80 km en een afstand van ongeveer 350 km die in vijf minuten werd afgelegd. Door de enorme snelheid en het ontbreken van geluid bij het naar beneden komen van de raket konden geen waarschuwingen worden gegeven, waardoor bij de explosie grote schade ontstond en veel mensen omkwamen. Aanvankelijk was het door de Duitsers gekozen doelwit de Engelse hoofdstad Londen. De lanceerinrichtingen stonden daarom opgesteld aan de Nederlandse kust in de omgeving van Den Haag. Toen de geallieerde troepen de havenstad Antwerpen hadden veroverd en die als aanvoerhaven in gebruik hadden kunnen nemen, werd deze stad onder vuur genomen. Daarom moesten nieuwe locaties worden gevonden voor de opstelling van lanceerplaatsen met de haven Antwerpen als doel. De Duitsers vonden de Overijsselse bossen hiervoor zeer geschikt en de keuze viel ook op Dalfsen.

V2-lanceerbasis

Aan de oostelijke grens van Rechteren werd in Hessum eind december 1944 een lanceerplatform geplaatst en veel omwonenden in die omgeving werden gedwongen huis en haard te verlaten. Het bedieningspersoneel van een lanceerinstallatie bestond uit een SS-eenheid van ongeveer 480 man die in de buurt werd ondergebracht. Berekeningen geven aan dat uit Hessum 118 V2-raketten op Antwerpen werden gelanceerd. Nadat de geallieerde jachtbommenwerpers deze locatie hadden ontdekt en aangevallen, werd het lanceerplatform met het bedieningspersoneel overgebracht naar de bossen van huize Mataram aan de Poppenallee. Van daaruit hebben 78 lanceringen, eveneens gericht op de haven van Antwerpen, plaatsgevonden. Uit onderzoek is gebleken dat 10 tot 15 procent van alle lanceringen op een mislukking uitliep waardoor de raket op een willekeurige plaats, vaak in de omgeving van de lanceerinrichting, neerkwam met de nodige schrik en schade als gevolg. Voor zover bekend zijn daarbij in Dalfsen geen slachtoffers onder de burgers gevallen. Op 8 maart 1945 vertrokken de Duitse SS militairen van de Mataram en een week later konden de uit hun huizen verdreven bewoners terugkeren.