Onderwijshervormingen

Tijd van burgers en stoommachines

Groningen kent in de 19e eeuw een goede reputatie op het gebied van het onderwijs met vooruitstrevende schoolopzieners en onderwijshervormers

De functie van schoolopziener bestaat sinds de invoering van de eerste schoolwet, in 1801. De drie opzieners in Groningen bezoeken alle scholen in hun district tweemaal per jaar en ondersteunen en begeleiden de onderwijzers. Zowel de onderwijzersstand als de opleiding van de leerlingen bereiken hierdoor een redelijk niveau. Belangrijke, vooruitstrevende schoolopzieners zijn Theodorus van Swinderen, die in de eerste helft van de 19e eeuw de stuwende kracht is achter nieuwe lesmethodes, en Petrus Hofstede de Groot. In zijn periode als schoolopziener komen, hoewel hij er geen voorstander van is, de eerste 'vrije' scholen voor verschillende religieuze gezindten tot stand. Ook Ommelander schoolmeesters spelen een grote rol bij de verbeteringen in het onderwijs. Het hoofd der school in Oude Pekela, Hendrik Wester, introduceert eind 18e eeuw het klassikaal onderwijs en schrijft diverse schoolboeken, waaronder 'Schoolboek der geschiedenissen van ons Vaderland'. De Stad Groninger uitgever Wolters (later Wolters-Noordhoff) richt zich op de productie van lesmateriaal voor heel Nederland. De bekendste uitgaven zijn het Aap-Noot-Mies leesplankje, met illustraties van de Groninger tekenaar Cornelis Jetses, en de Bosatlas, samengesteld door aardrijkskundeleraar Pieter Roelf Bos uit Warffum, later de Stad. Op politiek gebied sleept de uit Schildwolde afkomstige Hendrik Goeman Borgesius in 1900 de Leerplichtwet door de Tweede Kamer.

Afbeelding: Leesplankje met het 'Aap-Noot-Mies' van Jetses, Ligthart en Scheepstra, 1909 (Collectie RHC Groninger Archieven)