Tegenwoordig verwarmen de meeste mensen hun huis met centrale
verwarming. Dit is nog maar 35 tot 40 jaar gangbaar. Voor die tijd
waren er andere manieren om je huis te verwarmen. Open vuren waren
heel normaal en ook kachels waarin hout of turf werd gestookt. Turf
is gedroogd veen. In Drenthe had je veel veengronden. In die
gebieden was het drassig en nat. De bodem bestond uit heel veel
lagen dode planten op elkaar. Dat noem je veen.
Veen wordt turf
Hoe wordt veen brandstof? Voordat veen kan branden moet
er heel wat gebeuren. Eerst moet een heleboel water uit het veen
weglopen, pas dan kan een stuk veen worden uitgegraven en worden
gedroogd. Van het steken van veen tot het opstapelen van de turven
op een legveld, waren 6 tot 9 arbeiders nodig. Het afgraven van
veen was heel zwaar werk. Eén turf heeft ongeveer het formaat van
een grote cake. Op het legveld bleven de turven een hele
zomer drogen. Door de vrouwen en kinderen werden ze gedurende
de zomer 2 of 3 keer gedraaid. Het gedroogde veen was een brandstof
geworden. Turf kan heel lang branden en gloeit lekker warm na. Dat
turf kon branden was al heel lang bekend. De Romeinen schreven er
al over. Drenthe had veel veengronden, maar die konden pas worden
afgegraven toen er eerst kanalen waren gegraven. Voor het graven
van kanalen was heel veel geld nodig.
Geld zat
Rijke kooplieden uit Holland hadden veel geld èn zij
hadden turf nodig voor hun huizen en bedrijven. Daarom lieten zij
een vaart graven van Meppel naar Smilde en van Meppel naar
Hoogeveen. Het water uit de natte veengebieden kon in de vaart
weglopen en met een boot kon het turf worden afgevoerd. Vanaf
Meppel voeren de schepen over de Zuiderzee naar Holland. De rijke
kooplieden zetten mensen aan het werk in het veen. Dat waren
bijvoorbeeld werkelozen uit het westen. De werkelozen waren in het
zomerseizoen de hele dag bezig om het veen uit te steken en te
laten drogen.
Voor deze werkzaamheden werd de Compagnie van de Dieverder,
Leggeler en Smildervenen opgericht. In 1631 richtten
vijf ondernemers uit Holland en Drenthe zo'n compagnie op. Hun
bedrijf heette de Compagnie van 5000 Morgen. Het aantal Hollanders
nam snel toe en er kwamen ook investeerders uit Overijssel bij. De
Compagnie van 5000 Morgen liet de Hoogeveense Vaart graven van
Echten naar de veengronden. Ook verbeterden ze de loop van het Oude
Diepje naar Meppel toe. Aan de Eerste Wijk in
het veen ontstond op initiatief van de Hollanders het dorp
Hoogeveen.
Drenthe verandert
Door de vervening, het afgraven van het veen, werd
Drenthe vier eeuwen lang turfproducent. Het landschap werd door
kanalen doorsneden. Steeds meer arbeiders kwamen in Drenthe wonen
om in het veen te werken en daardoor ontstonden tientallen nieuwe
dorpen. Hoogeveen en Smilde zijn hiervan bekende voorbeelden.
Werken in het veen
De handel in turf bood veel werkgelegenheid, maar de
sociale verschillen waren groot. Bovenaan in rangorde stonden de
veenbazen. Zij bezaten of beheerden stukken veengrond. Die grond
lieten ze door veenarbeiders bewerken. De veenarbeiders staken het
veen uit en stonden laag in de rangorde. De turfschippers die het
veen afvoerden verdienden ook niet veel. De kanalengravers stonden
het laagst in aanzien. Onderling hadden deze arbeiders ook nog een
rangorde.
De arbeider op de bodem van het kanaal stond het laagst in aanzien
en verdiende het minst. Hoe hoger de arbeider in het kanaal aan het
werk was, hoe meer hij verdiende. Hier komt de term 'hogerop komen'
vandaan.