Nieuwe gemalen in Gouda en Katwijk

Voor het uitmalen van overtollig boezemwater beschikte het hoogheemraadschap na 1880 over vier stoomgemalen: in Spaarndam, Halfweg, Gouda en Katwijk. De twee laatstgenoemde gemalen waren voor de uitwatering van minder belang dan de twee eerstgenoemde. Gemaal Gouda, gebouwd in 1857, had in de jaren 1881-1918 in de kunstmatige lozing van Rijnland een aandeel dat varieerde van 8 tot 16 procent. Misschien belangrijker dan uitwatering was de inlaat van water door een kleine duiker bij het gemaal. Het in 1880 gebouwde gemaal Katwijk was duur in gebruik en werd alleen in werking gesteld als de andere gemalen het niet meer aankonden.

Hoewel uitwatering en inlaat van water voor verbetering vatbaar waren, was verbetering van de scheepvaartverbinding tussen Amsterdam en Rotterdam de reden dat er bij Gouda een nieuw gemaal tot stand kwam. De provincie Zuid-Holland besloot tot het graven van een verbindingskanaal tussen de Gouwe en de Hollandse IJssel ten westen van Gouda. Bij de IJssel splitste het kanaal zich in twee takken: een scheepvaartkanaal met schutsluis en een uitwateringskanaal met uitwateringssluis. In het uitwateringskanaal was een gemaal gepland. De provincie bood Rijnland gratis grond aan en subsidie voor de bouw van het nieuwe gemaal. Rijnland ging akkoord. In 1928 besloot de Verenigde Vergadering tot de bouw van een dieselgemaal. Het gebouw werd ontworpen door de Leidse architect B. Buurman. Onder het gemaal werden drie inlaatsluizen aangebracht. In 1936 werd het gemaal in gebruik gesteld. Het kreeg de naam van de dijkgraaf van Rijnland: Mr. P.A. Pijnacker Hordijk. Het oude gemaal in de Fluwelensingel werd het jaar daarop afgebroken.

In 1943 besloot de Verenigde Vergadering een onderzoek te laten verrichten naar de vervanging van het stoomgemaal te Katwijk, zodat na de oorlog met de uitvoering kon worden begonnen. Pas in 1948 werden de resultaten uit dit onderzoek in de Verenigde Vergadering besproken. Het gemaal was volstrekt verouderd en oneconomisch en daarom werd tot bouw van een nieuw gemaal besloten. Het gebouw werd ontworpen door M.P. Schutte, een compagnon van architect Buurman die het nieuwe gemaal in Gouda had ontworpen. Het nieuwe gemaal had een elektromotor en twee dieselmotoren. In september 1954 vond de feestelijke opening plaats.

»Bijschrift bij de afbeelding:
Het nieuwe gemaal in Gouda in bedrijf. Voor de bouw maakte Rijnland voor het eerst gebruik van een ingenieursbureau en een architect. Rijnland koos voor de Leidse architect Buurman. Zijn werken vielen door hun 'juiste verhoudingen en eenvoud' bij het bestuur in de smaak.