Zomers vaak onaangenaam

Venster 33: Geschreven door Bernadette Verhoef.

Over de ziektes en gezondheidszorg door de eeuwen heen valt oneindig veel te schrijven: de zwarte dood waaraan in 1655 een op de drie Benthuizenaren stierf, ziektes als cholera, tyfus of de Spaanse griep die vele slachtoffers eisten, geliefde huisartsen als dokters Vlaanderen of Meijst, het Rode, Groene of Wit-Gele Kruis, Midden-Rijnland of over de ziekenzuster uit ’t Zwaantje aan de Rijndijk. Deze non mocht, als zij op de fiets naar patiënten thuis ging, een minder forse kap dragen omdat zij anders een gevaar op de weg was.

Over de ziektes en gezondheidszorg door de eeuwen heen valt oneindig veel te schrijven: de zwarte dood waaraan in 1655 een op de drie Benthuizenaren stierf, ziektes als cholera, tyfus of de Spaanse griep die vele slachtoffers eisten, geliefde huisartsen als dokters Vlaanderen of Meijst, het Rode, Groene of Wit-Gele Kruis, Midden-Rijnland of over de ziekenzuster uit ’t Zwaantje aan de Rijndijk. Deze non mocht, als zij op de fiets naar patiënten thuis ging, een minder forse kap dragen omdat zij anders een gevaar op de weg was.

Revolutie  

We weten steeds meer over het menselijk lichaam en het voorkomen van ziektes maar geen medicijn heeft zoveel effect gehad als de aanleg van waterleidingen die schoon drinkwater vervoeren en modern sanitair. In 1921-‘22 werd door bouwvereniging ‘Volksbelang’ aan de Rijndijk de Zonneveldstraat gebouwd. De gezinnen die daar kwamen wonen waren zeer tevreden omdat elk huis een eigen wc had. Ze hoefden niet meer met meerdere gezinnen een poepdoos te delen zoals bijvoorbeeld bij de arbeidershuisjes in de buurt van de melkfabriek aan de Rijndijk het geval was.

In 1949 waren 712 van de 1054 Nederlandse gemeenten aangesloten op een waterleiding, 75% van de bevolking. In Hazerswoude en omgeving was dat in 1915 al mogelijk maar nog lang niet bij iedere woning het geval.

Al sinds mensenheugenis dronken mensen uit open water, regenbakken en waterputten. Dat je er ziek van kon worden, wist men wel. De middeleeuwer dronk niet voor niets geen water maar bier. In 1853 had de Amsterdam een systeem van waterleidingen gekregen waarmee schoon duinwater beschikbaar kwam voor de stedelingen. In 1956 werd de eerste Nederlandse watertoren in Den Helder gebouwd. Na de cholera-epidemie van 1866 kreeg men door dat in streken met schoon drinkwater het aantal zieken aanmerkelijk lager was dan waar dat niet zo was. Deze wetenschap deed de aanleg van waterleidingen toenemen maar de hoge kosten maakten dat het nog een moeizaam proces was

Kleur: verschillend. Reuk: veenachtig en des zomers vaak onaangenaam; Helderheid: niet helder; Smaak: proef Maatregel tot verbetering zijn niet noodzakelijk, maar over het algemeen is het hier aangetroffen water minder goed.

Omschrijving van het slootwater in Benthuizen in1870.

Riool of drinkwater?

In Benthuizen was er in 1976 een conflict tissen dokter Pieter van Steenwijk en burgemeester H. la Rivière over de kwaliteit van het water. De arts liet de gemeenteraad weten da het water uit de ringvaart smerig was en een gevaar voor de volksgezondheid. Hij stelde voor lozen van rioolwater op de vaart te verbieden, de sloten uit te baggeren en het tonnenstelsel in te voeren. Het college geloofde hem niet maar hij kreeg wel gelijk van de hoofdinspecteur van Waterstaat. Toch veranderde niets.

Na hem maakte ds. Wildeboer zich zorgen om de kwaliteit van het drinkwater uit de ringvaart. Het werd voor gebruik gekookt maar het was de vraag of dat afdoende was. De raadsleden ontvingen in 1884 het verzoek van ds. Wildeboer en drie anderen om mensen aan de noordzijde van de dorpskern te verbieden nog langer op de ringvaart te lozen. De raad was bang dat de kosten van de bouw van beerputten te hoog zouden zijn. Het metselen van een rioolput zou tussen de 85 en 120 gulden per stuk bedragen en er waren wel 31 privaten te vervangen. Wederom bleef alles bij het oude.

Goed drinkwater was al jaren een probleem. Het ambacht Benthuizen had daarom in 1797 een bak laten metselen in het westelijk portaal van de kerk waarin het regenwater werd opgevangen. Een emmer water kostte twee stuivers. Op maandag, woensdag en vrijdag konden de mensen water kopen bij koster Jan van Halewijn.

Vanaf 1908 is een regenput bij iedere woning verplicht. Burgemeester A. Verheul vergaderde in 1911 met burgemeesters van omliggende gemeenten over de oprichting van een gemeenschappelijk waterleidingsbedrijf. Het Rijk en de provincie steunden het voornemen Het zou nog zeker toen jaar duren voordat een centrale drinkwaterleiding werkelijkheid was.

Benthuizen sloot zich in 1924 aan bij de Stichting drinkwater ‘De Tien Gemeenten’ waartoe Zoetermeer en Zegwaart het initiatief hadden genomen omdat het water daarvan uit Wassenaar kwam. Men vond het water uit Boskoop of Gouda te hard. Al gauw liet bijna iedereen in Benthuizen zich vrijwillig aansluiten op de waterleiding.

Zie afbeelding: Het schijthuisje stond achter het huis. Als het kon stond het boven een sloot. Zo niet dan stond de poepdoos op een beerput , een gegraven kuil. (BV)

Beeldbepalend

Voor die tijd van waterleidingen kon men in Hazerswoude op cokes gezuiverd grondwater kopen.

Boskoop en Hazerswoude gingen in 1907 samen werken in de Boskoopsche Gemeente Bronwaterleiding. De watertoren kwam in Boskoop maar het water werd opgepompt in Hazerswoude-Rijndijk. In 1909 sloot Koudekerk zich aan. In 1915 werd aan de Rijndijk een watertoren gebouwd om ook Leiderdorp en Zoeterwoude van drinkwater te kunnen voorzien. Hazerswoude verzette zich in 1821 tegen het aansluiten van Benthuizen Een conflict was geboren. Benthuizen wachtte de uitkomst niet af en koos een andere weg.

De watertoren was niet zo hoog, 27 meter, maar er was wel veel aandacht aan het uiterlijk besteed. In Amerika is een watertoren niet meer dan een tank die hooggehouden wordt. Hier waren de gemeentes trots op hun watertoren en dat lieten ze zien. In de toren werd een ketel gestookt. De stoom dreef een turbine met een pomp aan die het water omhoog kreeg. Op eigen kracht liep de toren, als hoogste punt in de omgeving, naar de verbruiker. Hier woonden mensen met één tappunt dus was er voldoende capaciteit.

In de jaren ’70 stond er in Hazerswoude een complete waterwinning- en zuiveringsinstallatie. Er werd uit twintig bronnen grondwater naar boven gepompt. De machinist woonde in de woning ernaast. In de gang hing een soort scheepstoeter die afging als de druk in de toren te laag werd. Als dat gebeurde kon

Ondergronds vervuild omgevingswater in de leiding lopen.

De bevolking groeide, men kreeg meer aansluitingspunten in huis en hoogbouw ontstond. De toren werd te klein en overbodig. Alles ging ondergronds met pompen. Het water wordt nu uit Langerak aangevoerd waar de kwaliteit beter is.

Vanaf 1985 werd de watertoren niet meer als zodanig gebruikt. Er werd een sloopvergunning aangevraagd maar de toren waas een provinciaal monument en slopen mocht dus niet. Even was er sprake van dat er een sekshuis in zou komen. De gemeente was daartegen en besloot in te gaan op een plan van Leen Hoogvliet die van de toren het kantoor van Hoogvliet Beheer wilde maken. Eind 1999 werd begonnen met de complexe renovatie. De inmiddels vervallen toren werd in ere hersteld en er werd een titanium lift naast gebouwd. In november 2003 kon Hoogvliet zijn kantoor in gebruik nemen. Ook na de verbouwing is de watertoren nog steeds beeldbepalend voor Hazerswoude-Rijndijk.

Zie de overige afbeeldingen.