Roerige tijden

Diemenaren en protest

De opstanden tegen het gezag en de weerzin tegen een burgerlijk leven, in de jaren ’60 van de vorige eeuw, lieten ook Diemen niet ongemoeid. Dit uitte zich in verzet tegen de plannen van de gemeente Diemen, die de boerderijen en landerijen in Diemen-Zuid en Diemen-Noord wilde opofferen aan respectievelijk woningbouw en lichte industrie.

Burgemeester Tideman kwam in 1956 naar Diemen en voelde onmiddellijk de bevolkingsdruk vanuit Amsterdam. Daar heerste grote woningnood door de verwoestingen van de 2de Wereldoorlog en door achterstallig onderhoud. Om niet door Amsterdam opgeslokt te worden en Diemen als zelfstandige gemeente staande te houden gaf Tideman in 1959 toe. Een probleem was ook dat de wegen in Diemen-Zuid niet meer zouden aansluiten bij het wegenstelsel van de heringerichte Bijlmermeer. Als eerste werden in 1966 de huizen en boerderijen met hun landerijen in Diemen-Zuid onteigend en vervolgens opgekocht. De boeren tekenden vergeefs bezwaar aan.

Onder de Amsterdamse studenten heerste echter ook woningnood. Een studente had tijdens het rondbrengen van folders de onteigende maar nog niet opgekochte villa van makelaar H.J.A. Kaskens leeg zien staan. Met z’n zevenen trokken ze erin en genoten die zomer volop van de prachtige tuin met zwembad waarin ook de kinderen uit de buurt in mochten komen zwemmen. Omdat deze kraak in de media terecht kwam liet Tideman nu een andere kant van zichzelf zien: vriendelijk lachend kwam hij zelf de sleutels brengen van de kapitale villa.

De onteigenings- en aankoopkosten van Diemen-Zuid moesten worden terugverdiend door in Diemen-Noord een industriegebied aan te leggen, waarbij ook het historische Oud-Diemen, met het eeuwenoude kerkhof, en de Ouddiemerlaan onder het zand zouden verdwijnen. Ook hier werd begonnen met onteigening. Als eerste werd boerderij Zeldenrust gekraakt, het huidige gezondheidscentrum Diemen-Noord, nog door Rembrandt getekend. Herman Heijne, Willy Zwaard (een studente uit Delft) en haar vriend trokken samen in de pas verlaten boerderij. Zij konden gelukkig een overeenkomst met de gemeente sluiten zodat de boerderij onderhouden bleef. Toen zij eenmaal gesetteld waren kwamen er vanuit Amsterdam over de Zeeburgerdijk krakers aangelopen. Onder deze doorgewinterde Amsterdamse krakers waren er een paar die wisten hoe ze tegen B&W Diemen moesten praten.

Tezamen met enkele Diemense activisten en Bert Roest, die als verslaggever van de Diemer Courant veel artikelen plaatste over de geschiedenis van Oud-Diemen, verenigden zij zich in actiecomités die Diemen-Noord groen wilden houden en de bebouwing wilden behoeden voor afbraak. Langzamerhand kregen zij de bevolking mee.

Op 25 januari 1973 vond er een cruciale gemeenteraadsvergadering plaats. Tideman verloor door tegenstemmen van de PSP en het Protestants-Christelijk Blok. Er kwam geen industrieterrein, ook omdat dit niet rendabel bleek. De krakers, waaronder ook enkele Diemenaren, konden voorlopig blijven zitten. Als ze er een tafel, stoel en bed in hadden geplaatst, mocht de politie ze er niet zomaar uitzetten. Toch probeerde de gemeente ze op allerlei manieren eruit te krijgen. Zo werden ze een keer naar het gemeentehuis gelokt, terwijl ondertussen op hun woning een bord geplaatst werd met de tekst: Onbewoonbaar verklaarde woning.

Snel veranderden de krakers dit in: Onverklaarbaar bewoonde woning. Omdat de gemeente de woningen alleen geschikt vond voor een sociaal-culturele functie begonnen de krakers van alles te organiseren: schapenscheerdersfeesten, paaseieren verstoppen en kinderzomerspelen. Kinderen konden er hutten bouwen, vuurtje stoken en dieren verzorgen. Het Regthuys werd een koffiehuis met terras en er werd een grote moestuin aangelegd door Herman Heijne. Dit nam de Diemense bevolking volledig voor hen in. Behalve dan de familie Henk Vedder die hun boerderij had moeten verlaten voor de aanleg van de A1, waarna er meteen krakers introkken.

Hans Tuynman woonde er met vriendin en zoontje. Hij maakte deel uit van de Provo- en Kabouterbeweging en was bevriend met de landelijk bekende Robert-Jasper Grootveld die ook wel op Oud-Diemen logeerde.

De krakers werden geholpen met het opknappen en inrichten van hun al half gesloopte woningen. Ook op de laatste door de gemeente aangekondigde ontruiming, op 16 april 1974, werd er niet ontruimd: de krakers waren niet schriftelijk op de hoogte gesteld. Uiteindelijk bleek dat de standpunten van de gemeente en krakers niet zo heel veel uit elkaar lagen. Hierdoor en door het oplossen van de woningnood en wetgeving om het kraken te bemoeilijken, stierf de kraakbeweging een zachte dood.

Gelukkig zijn de Ouddiemerlaan, Oud-Diemen en de voormalige boerderijen Vredehof en Zeldenrust door de krakersacties behouden gebleven, al liggen er nog maar weinig historische steentjes op hun oorspronkelijke plaats.

Ellen van Meurs

Verder lezen: HKD tijdschrift  1-2012, 2-2016, 1-2017

Verder kijken: https://www.youtube.com/watch?v=IUzUXoA4JBM