Het Schnitger-orgel

Monumentaal muziekinstrument

Tijd van pruiken en revoluties

In de herfst van 1718 kwam de bejaarde Schnitger in gezelschap van zijn zoon Franz Caspar naar Zwolle, inspecteerde de kerk en ontwierp een drieklaviers orgel. Voor de kenners: met 35 stemmen in de klavieren en 11 in de pedalen, met 2958 pijpen, sprekende op 5 sleepladen, en voorzien van 8 blaasbalgen. De Duitse meester vroeg er 13475 caroli guldens voor en dan moest de stad zelf maar zorgen voor het snij- en beeldhouwwerk. [Veen, W. van der, "750 jaar Zwolsen, Zwollenaren en hun vertier", in: Ach Lieve Tijd (1980)].

Het Schnitger-orgel in de Grote Kerk behoort tot de belangrijke Europese orgels uit de 18de eeuw. Het Barokorgel werd in 1719 ontworpen door de beroemdste orgelbouwer van die tijd, Arp Schnitger (1648-1719), en gebouwd door zijn zonen Frans Casper en Johann Georg. De familie kwam uit de buurt van Hamburg in Duitsland en had behalve in die stad ook werkplaatsen in Maagdenburg, Bremen en Groningen.

Al in de vroege Middeleeuwen maakte orgelmuziek een belangrijk onderdeel uit van de erediensten in de kerken. Waarschijnlijk stond, zeker in de glorietijd van de Latijnse school van Johan Cele, het muziekleven in Zwolle op een hoog peil. De Grote Kerk bezat tegen het einde van de 15de eeuw twee kleine orgels en één groot orgel. Het grote orgel werd in de loop der jaren enkele keren ingrijpend gerepareerd en aangepast, maar heeft uiteindelijk toch bijna 170 jaar dienst gedaan. Toen sloeg het noodlot toe. In 1669 werd de bijna 115 m hoge toren van de Grote Kerk, de hoogste van ons land, getroffen door een bliksemslag. Bij die inslag ging de houten spits verloren en werd de toren zo zwaar beschadigd dat hij op 17 december 1682 met donderend geraas instortte. Daarbij werd het oude orgel gedeeltelijk verwoest.
In de jaren die volgden klonk geen orgelmuziek meer in de Grote Kerk en moest Zwolle het doen met een niet al te best functionerend orgel in de Bethlehemkerk. Geld om een nieuw orgel te laten bouwen had de stad niet. De reparatie van de zwaar beschadigde Grote Kerk ging voor. Bovendien was het niet makkelijk een goede orgelbouwer te vinden. Tussen 1500 en 1670 had Zwolle nog een bekend orgelbouwersgeslacht binnen de stadsmuren, de familie Sleger. Maar het bedrijf van deze familie bestond dus in 1682 niet meer. Ook buiten Zwolle was de keus moeilijk. De ooit gerenommeerde Nederlandse orgelbouwers hadden hun leidende positie moeten afstaan aan Duitsland.

Toch stelde Zwolle alles in het werk om het orgel te vervangen. Er kwamen inzamelingsacties en het stadsbestuur bezuinigde op de overvloedige maaltijden van de schepenen. Door een schenking van f 14.000,‒ aan de stad door burgemeester Bernhard Huete werd de bouw van een nieuw orgel mogelijk.
Arp Schnitger had zich in de Hanzestad Hamburg grote faam verworven als orgelbouwer. Ook in ons land was hij bekend. Hij bouwde onder andere orgels in Groningen en Friesland. In 40 jaar tijd bouwde hij meer dan 80 orgels. In 1718 werd hij uitgenodigd door het stadsbestuur voor het maken van een ontwerp en een prijsopgaaf. Hij kwam naar Zwolle en nog datzelfde jaar bood hij het stadsbestuur een uitvoerig plan voor de bouw van een groot orgel aan. Een orgel, zoals hij aan het stadsbestuur schreef, dat "sich sehr füglich in der schönen Michaelis Kirche alhier in der Stadt Zwoll nach derselben guthe proportion sich schicken könte." Kortom, hij maakte een orgel dat precies op maat was voor de Grote Kerk. Voor de bouw had hij een werkplaats nodig en die zouden zijn zoons later ook toegewezen krijgen in de Onze Lieve Vrouwekerk aan de Ossenmarkt. Op 3 januari 1719 ondertekenden de Zwolse bestuurders het contract voor de bouw van het orgel tegen een prijs van 13.475 caroli guldens. Daar zouden nog kosten bij komen voor het maken van het front en het beeldhouwwerk door de Amsterdammer Jurrien Westerman.
Vader Schnitger overleed een paar maanden later, waarna zijn zonen het werk afmaakten. In het bestek werd nog uitgegaan van een orgel met 46 stemmen (een groep pijpen die dezelfde klankkleur voortbrengt, heet een stem). Tijdens de bouw werd het aantal stemmen van het orgel twee keer uitgebreid, zodat de klankkleur van het Schnitger-orgel in Zwolle ook tegenwoordig nog door 63 stemmen wordt bepaald.
In september 1721 werd het orgel door drie bekende organisten uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag gekeurd. Ze gaven de familie Schnitger veel lof, al kraakten ze ook enkele kritische noten. De gebroeders Schnitger legden de kritiek naast zich neer, zodat het orgel ongewijzigd bleef.

In de jaren 1953-1955 is het orgel bekwaam gerestaureerd door de firma Flentrop. Het Schnitger-orgel speelt ook in onze tijd een belangrijke rol in het kerkelijke en culturele leven van Zwolle. Het wordt regelmatig bespeeld door bekende organisten uit binnen- en buitenland. Bijna wekelijks vinden uitvoeringen plaats. De maand september is de inmiddels traditionele Zwolse Orgelmaand.